Rijkdom

Bijbelteksten

Jeremia 9:23Zo zegt de HEERE: Een wijze beroeme zich niet in zijn wijsheid, en de sterke beroeme zich niet in zijn sterkheid; een rijke beroeme zich niet in zijn rijkdom;
Mattheus 13:22En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
Mattheus 19:22Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen.
Mattheus 19:23En Jezus zeide tot Zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan.
Lukas 6:24Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost weg.
Lukas 16:19En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig.
Lukas 18:23Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk.
Romeinen 11:12En indien hun val de rijkdom is der wereld, en hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer hun volheid!
Jakobus 5:1Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.
Jakobus 5:2Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden;

BoekenBoeken