El Shaddai

Bijbelteksten

Job 21:20Dat zijn ogen zijn ondergang zien, en hij drinkt van de grimmigheid des Almachtigen!
Job 22:3Is het voor den Almachtige nuttigheid, dat gij rechtvaardig zijt; of gewin, dat gij uw wegen volmaakt?
Job 22:17Die zeiden tot God: Wijk van ons! En wat had de Almachtige hun gedaan?
Job 22:23Zo gij u bekeert tot den Almachtige, gij zult gebouwd worden; doe het onrecht verre van uw tenten.
Job 22:25Ja, de Almachtige zal uw overvloedig goud zijn, en uw krachtig zilver zijn;
Job 22:26Want dan zult gij u over den Almachtige verlustigen, en gij zult tot God uw aangezicht opheffen.
Job 23:16Want God heeft mijn hart week gemaakt, en de Almachtige heeft mij beroerd;
Job 24:1Waarom zouden van den Almachtige de tijden niet verborgen zijn, dewijl zij, die Hem kennen, Zijn dagen niet zien?
Job 27:2[Zo waarachtig als] God leeft, Die mijn recht weggenomen heeft, en de Almachtige, Die mijner ziel bitterheid heeft aangedaan!
Job 27:10Zal hij zich verlustigen in den Almachtige? Zal hij God aanroepen te aller tijd?
Job 27:11Ik zal ulieden leren van de hand Gods; wat bij den Almachtige is, zal ik niet verhelen.
Job 27:13Dit is het deel des goddelozen mensen bij God, en de erve der tirannen, [die] zij van den Almachtige ontvangen zullen.
Job 29:5Toen de Almachtige nog met mij was, [en] mijn jongens rondom mij;
Job 31:2Want wat is het deel Gods van boven, of de erve des Almachtigen uit de hoogten?
Job 31:35Och, of ik een hadde, die mij hoorde! Zie, mijn oogmerk is, dat de Almachtige mij antwoorde, en dat mijn tegenpartij een boek schrijve.
Job 32:8Zekerlijk de geest, die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen, maakt henlieden verstandig.
Job 33:4De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen heeft mij levend gemaakt.
Job 34:10Daarom, gij, lieden van verstand, hoort naar mij: Verre zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht!
Job 34:12Ook waarlijk, God handelt niet goddelooslijk, en de Almachtige verkeert het recht niet.
Job 35:13Gewisselijk zal God de ijdelheid niet verhoren, en de Almachtige zal die niet aanschouwen.

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel