2 Samuel 15:32 | En het geschiedde, als David tot op de hoogte kwam, dat hij aldaar God aanbad; ziet, toen ontmoette hem Husai, de Archiet, hebbende zijn rok gescheurd, en aarde op zijn hoofd. |
2 Samuel 15:33 | En David zeide tot hem: Zo gij met mij voortgaat, zo zult gij mij tot een last zijn; |
2 Samuel 15:37 | Alzo kwam Husai, Davids vriend, in de stad; en Absalom kwam te Jeruzalem. |
2 Samuel 16:16 | En het geschiedde, als Husai, de Archiet, Davids vriend, tot Absalom kwam, dat Husai tot Absalom zeide: De koning leve, de koning leve! |
2 Samuel 16:17 | Maar Absalom zeide tot Husai: Is dit uw weldadigheid aan uw vriend? Waarom zijt gij niet met uw vriend getogen? |
2 Samuel 16:18 | En Husai zeide tot Absalom: Neen, maar welken de HEERE verkiest, en al dit volk, en alle mannen van Israel, diens zal ik zijn, en bij hem zal ik blijven. |
2 Samuel 17:5 | Doch Absalom zeide: Roep toch ook Husai, den Archiet, en laat ons horen, wat hij ook zegt. |
2 Samuel 17:6 | En als Husai tot Absalom inkwam, zo sprak Absalom tot hem, zeggende: Aldus heeft Achitofel gesproken; zullen wij zijn woord doen? Zo niet, spreek gij. |
2 Samuel 17:7 | Toen zeide Husai tot Absalom: De raad, dien Achitofel op ditmaal geraden heeft, is niet goed. |
2 Samuel 17:8 | Wijders zeide Husai: Gij kent uw vader en zijn mannen, dat zij helden zijn, dat zij bitter van gemoed zijn, als een beer, die van de jongen beroofd is in het veld; daartoe is uw vader een krijgsman, en zal niet vernachten met het volk. |
2 Samuel 17:14 | Toen zeide Absalom, en alle man van Israël: De raad van Husai, den Archiet, is beter dan Achitofels raad. Doch de HEERE had het geboden, om den goeden raad van Achitofel te vernietigen, opdat de HEERE het kwaad over Absalom bracht. |
2 Samuel 17:15 | En Husai zeide tot Zadok en tot Abjathar, de priesters: Alzo en alzo heeft Achitofel Absalom en den oudsten van Israel geraden, maar alzo en alzo heb ik geraden. |
1 Koningen 4:16 | Baana, de zoon van Husai, was in Aser en in Aloth. |
1 Kronieken 27:33 | En Achitofel was raad des konings; en Husai, de Archiet, was des konings vriend. |