1 Corinthiers 14:19 | Maar ik wil [liever] in de Gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, dan tien duizend woorden in een [vreemde] taal. |
1 Corinthiers 14:21 | In de wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heere. |
1 Corinthiers 14:22 | Zo dan, de [vreemde] talen zijn tot een teken niet dengenen, die geloven, maar den ongelovigen; en de profetie niet den ongelovigen, maar dengenen, die geloven. |
1 Corinthiers 14:23 | Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in [vreemde] talen spraken, en [enige] ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart? |
1 Corinthiers 14:26 | Wat is het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een [vreemde] taal, heeft hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot stichting; |
1 Corinthiers 14:27 | En zo iemand een [vreemde] taal spreekt, [dat] het door twee, of ten meeste drie [geschiede], en bij beurte; en dat een het uitlegge. |
1 Corinthiers 14:39 | Zo dan, broeders, ijvert om te profeteren, en verhindert niet in [vreemde] talen te spreken. |