Genesis 22:22 | En Chesed, en Hazo, en Pildas, en Jidlaf, en Bethuel; |
Genesis 22:23 | (En Bethuel gewon Rebekka) deze acht baarde Milka aan Nahor, den broeder van Abraham. |
Genesis 24:24 | En zij had tot hem gezegd: Ik ben de dochter van Bethuel, den zoon van Milka, dien zij Nahor gebaard heeft. |
Genesis 24:47 | Toen vraagde ik haar, en zeide: Wiens dochter zijt gij? En zij zeide: De dochter van Bethuel, den zoon van Nahor, welken Milka hem gebaard heeft. Zo legde ik het voorhoofdsiersel op haar aangezicht, en de armringen aan haar handen; |
Genesis 24:50 | Toen antwoordde Laban en Bethuel, en zeiden: Van den HEERE is deze zaak voortgekomen; wij kunnen kwaad noch goed tot u spreken. |
Genesis 25:20 | En Izak was veertig jaren oud, als hij Rebekka, de dochter van Bethuel, den Syrier, uit Paddan-aram, de zuster van Laban, den Syrier, zich ter vrouw nam. |
Genesis 28:2 | Maak u op, ga naar Paddan-aram, ten huize van Bethuel, den vader uwer moeder, en neem u van daar een vrouw, van de dochteren van Laban, uwer moeders broeder. |
Genesis 28:5 | Alzo zond Izak Jakob weg, dat hij toog naar Paddan-aram, tot Laban, den zoon van Bethuel, den Syrier, den broeder van Rebekka, Jakobs en Ezau's moeder. |