Jesaja 40:3 | Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des HEEREN, maakt recht in de wildernis een baan voor onzen God! |
Mattheus 3:1 | En in die dagen kwam Johannes de Doper, predikende in de woestijn van Judea, |
Mattheus 3:13 | Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. |
Mattheus 3:14 | Doch Johannes weigerde Hem zeer, zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en komt Gij tot mij? |
Mattheus 9:14 | Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom vasten wij en de Farizeen veel, en Uw discipelen vasten niet? |
Mattheus 11:2 | En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen; |
Mattheus 11:4 | En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: |
Mattheus 11:7 | Als nu dezen heengingen, heeft Jezus tot de scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder bewogen wordt? |
Mattheus 11:11 | Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij. |
Mattheus 11:12 | En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld. |
Mattheus 11:13 | Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. |
Mattheus 11:18 | Want Johannes is gekomen, noch etende, noch drinkende, en zij zeggen: Hij heeft den duivel. |
Mattheus 14:2 | En zeide tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt van de doden, en daarom werken die krachten in Hem. |
Mattheus 14:3 | Want Herodes had Johannes gevangen genomen, en hem gebonden, en in den kerker gezet, om Herodias' wil, de huisvrouw van Filippus, zijn broeder. |
Mattheus 14:4 | Want Johannes zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben. |
Mattheus 14:8 | En zij, te voren onderricht zijnde van haar moeder, zeide: Geef mij hier in een schotel het hoofd van Johannes den Doper. |
Mattheus 14:10 | En zond heen, en onthoofdde Johannes in den kerker. |
Mattheus 16:14 | En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten. |
Mattheus 17:13 | Toen verstonden de discipelen dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken had. |
Mattheus 21:26 | En indien wij zeggen: Uit de mensen, zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet. |