Psalm 3:3 | Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela. |
Psalm 3:5 | Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela. |
Psalm 3:9 | Het heil is des HEEREN; Uw zegen is over Uw volk. Sela. |
Psalm 4:3 | Gij, mannen, hoe lang zal mijn eer tot schande zijn? [Hoe lang] zult gij de ijdelheid beminnen, de leugen zoeken? Sela. |
Psalm 4:5 | Zijt beroerd, en zondigt niet; spreekt in ulieder hart op uw leger, en zijt stil. Sela. |
Psalm 7:6 | Zo vervolge de vijand mijn ziel, en achterhale ze, en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in het stof wonen! Sela. |
Psalm 9:17 | De HEERE is bekend geworden; Hij heeft recht gedaan; de goddeloze is verstrikt in het werk zijner handen! Higgajon, Sela. |
Psalm 9:21 | O HEERE! jaag hun vreze aan; laat de heidenen weten, [dat] zij mensen zijn. Sela. |
Psalm 20:4 | Hij gedenke al uwer spijsofferen, en make uw brandoffer tot as. Sela. |
Psalm 21:3 | Gij hebt hem zijns harten wens gegeven, en de uitspraak zijner lippen hebt Gij niet geweerd. Sela. |
Psalm 24:6 | Dat is het geslacht dergenen, die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken, [dat] is Jakob! Sela. |
Psalm 24:10 | Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE der heirscharen, Die is de Koning der ere. Sela. |
Psalm 32:4 | Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij; mijn sap werd veranderd in zomerdroogten. Sela. |
Psalm 32:5 | Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela. |
Psalm 32:7 | Gij zijt mij een Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela. |
Psalm 39:6 | Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U; immers is een ieder mens, [hoe] vast hij staat, enkel ijdelheid. Sela. |
Psalm 39:12 | Kastijdt Gij iemand met straffingen om de ongerechtigheid, zo doet Gij zijn bevalligheid smelten als een mot; immers is een ieder mens ijdelheid. Sela. |
Psalm 44:9 | In God roemen wij den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven in eeuwigheid. Sela. |
Psalm 46:4 | Laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela. |
Psalm 46:8 | De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela. |