Job 3:5 | Dat de duisternis en des doods schaduw hem verontreinigen; dat wolken over hem wonen; dat hem verschrikken de zwarte dampen des dags! |
Job 9:7 | Die de zon gebiedt, en zij gaat niet op; en verzegelt de sterren; |
Job 9:9 | Die den Wagen maakt, den Orion en het Zevengesternte, en de binnenkameren van het Zuiden; |
Job 9:13 | God zal Zijn toorn niet afkeren; onder Hem worden gebogen de hovaardige helpers. |
Job 26:13 | Door Zijn Geest heeft Hij de hemelen versierd; Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen. |
Job 38:31 | Kunt gij de liefelijkheden van het Zevengesternte binden, of de strengen des Orions losmaken? |
Job 38:32 | Kunt gij de Mazzaroth voortbrengen op haar tijd, en den Wagen met zijn kinderen leiden? |