Sterven, Overlijden

Bijbelteksten

Prediker 12:5Ook [wanneer] zij voor de hoogte zullen vrezen, en dat er verschrikkingen zullen zijn op den weg, en de amandelboom zal bloeien, en dat de sprinkhaan zichzelven een last zal wezen, en dat de lust zal vergaan; want de mens gaat naar zijn eeuwig huis, en de rouwklagers zullen in de straat omgaan.
Markus 5:39En ingegaan zijnde, zeide Hij tot hen: Wat maakt gij beroerte, en [wat] weent gij? Het kind is niet gestorven, maar het slaapt.
Lukas 8:42Want hij had een enige dochter, van omtrent twaalf jaren, en deze lag op haar sterven. En als Hij heenging, zo verdrongen Hem de scharen.
Handelingen 5:5En Ananias, deze woorden horende, viel neder en gaf den geest. En er kwam grote vrees over allen, die dit hoorden.
Handelingen 5:10En zij viel terstond neder voor zijn voeten, en gaf den geest. En de jongelingen ingekomen zijnde, vonden haar dood en droegen [ze] uit, en begroeven [haar] bij haar man.
Handelingen 9:37En het geschiedde in die dagen, dat zij krank werd en stierf; en als zij haar gewassen hadden, legden zij haar in de opperzaal.
1 Corinthiers 11:30Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen.