Seth

Bijbelteksten

Genesis 4:25En Adam bekende wederom zijn huisvrouw, en zij baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Seth; want God heeft mij, [sprak zij], een ander zaad gezet voor Habel; want Kain heeft hem doodgeslagen.
Genesis 4:26En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos. Toen begon men den Naam des HEEREN aan te roepen.
Genesis 5:3En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon [een zoon] naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.
Genesis 5:4En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 5:6En Seth leefde honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos.
Genesis 5:7En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 5:8Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaren; en hij stierf.
Numeri 24:17Ik zal hem zien, maar nu niet; ik zal hem aanschouwen, maar niet nabij. Er zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israel opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren.
1 Kronieken 1:1Adam, Seth, Enos,
Lukas 3:38Den [zoon] van Enos, den [zoon] van Seth, den [zoon] van Adam, den [zoon] van God.

KlussenKlussen