Job 16:8 | Dat Gij mij rimpelachtig gemaakt hebt, is tot een getuige; en mijn magerheid staat tegen mij op, zij getuigt in mijn aangezicht. |
Job 19:20 | Mijn gebeente kleeft aan mijn huid en aan mijn vlees; en ik ben ontkomen met de huid mijner tanden. |
Mattheus 12:10 | En ziet, er was een mens, die een dorre hand had, en zij vraagden Hem, zeggende: Is het ook geoorloofd op de sabbatdagen te genezen? (opdat zij Hem mochten beschuldigen). |
Markus 3:1 | En Hij ging wederom in de synagoge; en aldaar was een mens, hebbende een verdorde hand. |
Markus 3:3 | En Hij zeide tot den mens, die de verdorde hand had: Sta op in het midden. |
Lukas 6:6 | En het geschiedde ook op een anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar was een mens, en zijn rechterhand was dor. |