Psalm 22:17 | Want honden hebben mij omsingeld; een vergadering van boosdoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorgraven. |
Psalm 22:21 | Red mijn ziel van het zwaard, mijn eenzame van het geweld des honds. |
Jesaja 56:10 | Hun wachters zijn allen blind, zij weten niet; zij allen zijn stomme honden, zij kunnen niet bassen; zij zijn slaperig, zij liggen neder, zij hebben het sluimeren lief. |
Jesaja 56:11 | En deze honden zijn sterk van begeerte, zij kunnen niet verzadigd worden, ja, het zijn herders, die niet verstaan kunnen; zij allen keren zich naar hun weg, elkeen naar zijn gewin, [elk] uit zijn einde. |
Filippenzen 3:2 | Ziet op de honden, ziet op de kwade arbeiders, ziet op de versnijding. |