Deuteronomium 32:42 | Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn zwaard zal vlees eten; van het bloed des verslagenen en des gevangenen, van het hoofd af zullen er wraken des vijands zijn. |
1 Samuel 20:36 | En hij zeide tot zijn jongen: Loop, zoek nu de pijlen, die ik schieten zal. De jongen liep heen, en hij schoot een pijl, dien hij deed over hem vliegen. |
1 Samuel 20:37 | Toen de jongen tot aan de plaats des pijls, dien Jonathan geschoten had, gekomen was, zo riep Jonathan den jongen na, en zeide: Is niet de pijl van u af en verder? |
1 Samuel 20:38 | Wederom riep Jonathan den jongen na: Haast u, spoed u, sta niet stil! De jongen van Jonathan nu raapte den pijl op, en hij kwam tot zijn heer. |
Job 41:19 | De pijl zal hem niet doen vlieden, de slingerstenen worden hem in stoppelen veranderd. |
Psalm 58:8 | Laat hen smelten als water, laat hen daarhenen drijven; legt hij zijn pijlen aan, laat hen zijn, alsof zij afgesneden waren. |
Klaagliederen 3:12 | [Daleth.] Hij heeft Zijn boog gespannen, en Hij heeft mij den pijl als ten doel gesteld. |
Klaagliederen 3:13 | [He.] Hij heeft Zijn pijlen in mijn nieren doen ingaan. |
Ezechiel 21:21 | Want de koning van Babel zal aan de wegscheiding staan, aan het hoofd van de twee wegen, om waarzegging te gebruiken; hij zal zijn pijlen slijpen; hij zal de terafim vragen, hij zal de lever bezien. |
Habakuk 3:9 | De naakte grond werd ontbloot [door] Uw boog, [om] de eden, aan de stammen gedaan [door] het woord. Sela. Gij hebt de rivieren der aarde gekloofd. |
Efeziers 6:16 | Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen. |
Hebreeen 12:20 | (Want zij konden niet dragen hetgeen er geboden werd: Indien ook een gedierte den berg aanraakt, het zal gestenigd of met een pijl doorschoten worden. |