Dak

Bijbelteksten

2 Koningen 19:26Daarom waren haar inwoners handeloos; zij waren verslagen en beschaamd; zij waren [als] het gras des velds, en de groene grasscheutjes, het hooi der daken, en het brandkoren, eer het over einde staat.
Psalm 102:8Ik waak, en ben geworden als een eenzame mus op het dak.
Psalm 129:6Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt;
Spreuken 21:9Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat [in] een huis van gezelschap.
Spreuken 25:24Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.
Jesaja 15:3Op hun wijken hebben zij zakken aangegord; op hun daken en op hun straten huilen zij altemaal, afgaande met geween.
Jesaja 22:1De last van het dal des gezichts. Wat is u nu, dat gij altegader op de daken klimt?
Jesaja 37:27Daarom waren haar inwoners handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren [als] het gras des velds en de groene grasscheutjes, [als] het hooi der daken, en het brandkoren, eer het overeind staat.
Jeremia 48:38Op alle daken van Moab, en op al haar straten is overal misbaar; want Ik heb Moab verbroken als een vat, waar men geen lust aan heeft, spreekt de HEERE.
Sefanja 1:5En die zich nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende zweren bij den HEERE, en zweren bij Malcham;
Mattheus 24:17Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te nemen;
Markus 2:4En niet kunnende tot Hem genaken, overmits de schare, ontdekten zij het dak, waar Hij was; en [dat] opgebroken hebbende, lieten zij het beddeken neder, daar de geraakte op lag.
Lukas 5:19En niet vindende, waardoor zij hem inbrengen mochten, overmits de schare, zo klommen zij op het dak, en lieten hem door de tichelen neder met het beddeken, in het midden, voor Jezus.
Lukas 12:3Daarom, al wat gij in de duisternis gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden; en wat gij in het oor gesproken hebt, in de binnenkamers, zal op de daken gepredikt worden.

KlussenKlussen