Veertig (getal)

Bijbelteksten

Jona 3:4En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis; en hij predikte, en zeide: Nog veertig dagen, dan zal Nineve worden omgekeerd.
Mattheus 4:2En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste.
Markus 1:13En Hij was aldaar in de woestijn veertig dagen, verzocht van den satan; en was bij de wilde gedierten; en de engelen dienden Hem.
Lukas 4:2En werd veertig dagen verzocht van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als dezelve geeindigd waren, zo hongerde Hem ten laatste.
Handelingen 1:3Aan welke Hij ook, nadat Hij geleden had, Zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kentekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen gezien, en sprekende van de dingen, die het Koninkrijk Gods aangaan.
Handelingen 4:22Want de mens was meer dan veertig jaren oud, aan welken dit teken der genezing geschied was.
Handelingen 7:23Als hem nu de tijd van veertig jaren vervuld was, kwam [hem] in zijn hart, zijn broeders, de kinderen Israels, te bezoeken.
Handelingen 7:30En als veertig jaren vervuld waren, verscheen hem de Engel des Heeren, in de woestijn van den berg Sinai, in een vlammig vuur van het doornenbos.
Handelingen 7:36Deze heeft hen uitgeleid, doende wonderen en tekenen in het land van Egypte, en in de Rode zee, en in de woestijn, veertig jaren.
Handelingen 7:42En God keerde [Zich], en gaf hen over, dat zij het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is in het boek der profeten: Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israels?
Handelingen 13:18En heeft omtrent den tijd van veertig jaren hun zeden verdragen in de woestijn.
Handelingen 13:21En van toen aan begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit den stam van Benjamin, veertig jaren.
Handelingen 23:13En zij waren meer dan veertig, die dezen eed te zamen gedaan hadden;
Handelingen 23:21Doch geloof hen niet; want meer dan veertig mannen uit hen leggen hem lagen, welke zichzelven met een vervloeking verbonden hebben noch te eten noch te drinken, totdat zij hem zullen omgebracht hebben; en zij zijn nu gereed, verwachtende de toezegging van u.
2 Corinthiers 11:24Van de Joden heb ik veertig [slagen] min een, vijfmaal ontvangen.
Hebreeen 3:9Alwaar Mij uw vaders verzocht hebben; zij hebben Mij beproefd, en hebben Mijn werken gezien, veertig jaren lang.
Hebreeen 3:17Over welke nu is Hij vertoornd geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen zijn in de woestijn?

Livius Onderwijs