Mand

Bijbelteksten

Mattheus 14:20En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, twaalf volle korven.
Mattheus 16:9Verstaat gij nog niet? en gedenkt gij niet aan de vijf broden der vijf duizend [mannen]; en hoevele korven gij opnaamt?
Markus 6:43En zij namen op twaalf volle korven brokken, en van de vissen.
Markus 8:19En gedenkt gij niet, toen Ik de vijf broden brak onder de vijf duizend mannen, hoeveel volle korven met brokken gij opnaamt? Zij zeiden Hem: Twaalf.
Lukas 9:17En zij aten en werden allen verzadigd; en er werd opgenomen, hetgeen hun van de brokken overgeschoten was, twaalf korven.
Johannes 6:13Zij vergaderden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden, welke overgeschoten waren dengenen, die gegeten hadden.
Handelingen 9:25Doch de discipelen namen hem des nachts, en lieten [hem] neder door den muur, [hem] aflatende in een mand.

StudieboekenStudieboeken