Lamp, verlichting

Bijbelteksten

1 Koningen 15:4Maar om Davids wil, gaf de HEERE, zijn God, hem een lamp in Jeruzalem, verwekkende zijn zoon na hem, en bevestigende Jeruzalem.
Psalm 18:29Want Gij doet mijn lamp lichten; de HEERE, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.
Spreuken 31:18[Teth.] Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.
Mattheus 25:3Die dwaas [waren], haar lampen nemende, namen geen olie met zich.
Mattheus 25:4Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen.
Mattheus 25:7Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen.
Handelingen 20:8En er waren vele lichten in de opperzaal waar zij vergaderd waren.
Openbaring 4:5En van den troon gingen uit bliksemen, en donderslagen, en stemmen; en zeven vurige lampen waren brandende voor den troon, welke zijn de zeven geesten Gods.

BoekenBoeken