Handelingen 8:22 | Bekeer u dan van deze uw boosheid, en bid God, of misschien u deze overlegging uws harten vergeven wierd. |
Handelingen 9:35 | En zij zagen hem allen, die te Lydda en Sarona woonden, dewelke zich bekeerden tot den Heere. |
Handelingen 11:18 | En als zij dit hoorden, waren zij tevreden, en verheerlijkten God, zeggende: Zo heeft dan God ook den heidenen de bekering gegeven ten leven! |
Handelingen 11:21 | En de hand des Heeren was met hen; en een groot getal geloofde, en bekeerde zich tot den Heere. |
Handelingen 16:34 | En hij bracht hen in zijn huis, en zette [hun] de tafel voor, en verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was. |
Handelingen 17:30 | God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij zich bekeren. |
Handelingen 20:21 | Betuigende, beiden Joden en Grieken, de bekering tot God en het geloof in onzen Heere Jezus Christus. |
2 Corinthiers 3:16 | Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen. |
1 Thessalonicensen 1:9 | Want zijzelven verkondigen van ons, hoedanigen ingang wij tot u hebben, en hoe gij tot God bekeerd zijt van de afgoden, om den levenden en waarachtigen God te dienen; |
Hebreeen 6:1 | Daarom, nalatende het beginsel der leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid voortvaren; niet wederom leggende het fondament van de bekering van dode werken, en van het geloof in God, |
Openbaring 3:3 | Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u. Indien gij dan niet waakt, zo zal Ik over u komen als een dief, en gij zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal. |