Genesis 36:31 | En dit zijn koningen, die geregeerd hebben in het land Edom, eer een koning regeerde over de kinderen Israels. |
Exodus 15:15 | Dan zullen de vorsten van Edom verbaasd wezen; beving zal de machtigen der Moabieten bevangen; al de ingezetenen van Kanaan zullen versmelten! |
Numeri 20:18 | Doch Edom zeide tot hem: Gij zult door mij niet trekken, opdat ik niet misschien met het zwaard uitga u tegemoet! |
Numeri 20:23 | De HEERE nu sprak tot Mozes, en tot Aaron, aan den berg Hor, aan de pale van het land van Edom, zeggende: |
Numeri 24:18 | En Edom zal een erfelijke bezitting zijn; en Seir zal zijn vijanden een erfelijke bezitting zijn; doch Israel zal kracht doen. |
1 Samuel 14:47 | Toen nam Saul het koninkrijk over Israel in; en hij streed rondom tegen al zijn vijanden, tegen Moab, en tegen de kinderen Ammons, en tegen Edom, en tegen de koningen van Zoba, en tegen de Filistijnen; en overal, waar hij zich wendde, oefende hij straf. |
2 Samuel 8:14 | En hij legde bezettingen in Edom; in gans Edom legde hij bezettingen; en alle Edomieten werden David tot knechten; en de HEERE behoedde David overal, waar hij heentoog. |
1 Koningen 11:14 | Zo verwekte de HEERE Salomo een tegenpartijder, Hadad, den Edomiet; hij was van des konings zaad in Edom. |
1 Koningen 11:15 | Want het was geschied, als David in Edom was, toen Joab, de krijgsoverste, optoog, om de verslagenen te begraven, dat hij al wat mannelijk was in Edom sloeg; |
1 Koningen 11:17 | Doch Hadad was ontvloden, hij en [enige] Edomietische mannen uit zijns vaders knechten met hem, om in Egypte te komen; Hadad nu was een klein jongsken. |
2 Koningen 3:8 | En hij zeide: Door welken weg zullen wij optrekken? Hij dan zeide: Door den weg der woestijn van Edom. |
2 Koningen 8:21 | Daarom toog Joram over naar Zair, en al de wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, daartoe de oversten der wagenen; en het volk vlood in zijn hutten. |
2 Koningen 14:7 | Hij sloeg de Edomieten in het Zoutdal tien duizend, en nam Sela in met krijg, en noemde haar naam Jokteel, tot op dezen dag. |
2 Kronieken 21:8 | In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder het gebied van Juda, en zij maakten over zich een koning. |
2 Kronieken 21:9 | Daarom toog Joram voort met zijn oversten, en al de wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, en de oversten der wagenen. |
Psalm 60:2 | Als hij gevochten had met de Syriers van Mesopotamie, en met de Syriers van Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten sloeg in het Zoutdal, twaalf duizend. |
Psalm 60:11 | Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom? |
Psalm 83:7 | De tenten van Edom en der Ismaelieten, Moab en de Hagarenen; |
Psalm 108:10 | Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen; over Palestina zal ik juichen. |
Psalm 108:11 | Wie zal mij voeren in een vaste stad? Wie zal mij leiden tot in Edom? |