Denken, Verstand

Bijbelteksten

Job 34:16Zo er dan verstand [bij u] is, hoor dit; neig de oren tot de stem mijner woorden.
Job 34:34De lieden van verstand zullen met mij zeggen, en een wijs man zal naar mij horen:
Job 38:4Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt.
Job 38:18Zijt gij met uw verstand gekomen tot aan de breedte der aarde? Geef het te kennen, indien gij dit alles weet.
Job 38:36Wie heeft de wijsheid in het binnenste gezet? Of wie heeft den zin het verstand gegeven?
Job 39:20Want God heeft haar van wijsheid ontbloot, en heeft haar des verstands niet medegedeeld.
Psalm 31:14Want ik hoorde de naspraak van velen; vreze is van rondom, dewijl zij te zamen tegen mij raadslaan; zij denken mijn ziel te nemen.
Psalm 49:4Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, en de overdenking mijns harten zal vol verstand zijn.
Psalm 49:21De mens, [die] in waarde is, en geen verstand heeft, wordt gelijk als de beesten, [die] vergaan.
Psalm 103:18Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen.
Psalm 136:5Dien, Die de hemelen met verstand gemaakt heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 140:3Die veel kwaads in het hart denken, allen dag samenkomen om te oorlogen.
Psalm 140:5Bewaar mij, HEERE! van de handen des goddelozen; behoed mij van den man alles gewelds; [van hen,] die mijn voeten denken weg te stoten.
Psalm 147:5Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal.
Spreuken 1:2Om wijsheid en tucht te weten; om te verstaan redenen des verstands;
Spreuken 2:3Ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid;
Spreuken 2:6Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond [komt] kennis en verstand.
Spreuken 3:5Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
Spreuken 4:1Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.
Spreuken 4:7De wijsheid is het voornaamste; verkrijg [dan] wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting.