Schaduw

Bijbelteksten

Job 34:22Er is geen duisternis, en er is geen schaduw des doods, dat aldaar de werkers der ongerechtigheid zich verbergen mochten.
Job 38:17Zijn u de poorten des doods ontdekt, en hebt gij gezien de poorten van de schaduw des doods?
Job 40:16Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks.
Job 40:17De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
Psalm 17:8Bewaar mij als het zwart des oogappels, verberg mij onder de schaduw Uwer vleugelen,
Psalm 23:4Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
Psalm 36:8Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen.
Psalm 44:20Hoewel Gij ons verpletterd hebt in een plaats der draken, en ons met een doodsschaduw bedekt hebt.
Psalm 57:2Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan.
Psalm 63:8Want Gij zijt mij een hulp geweest; en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen.
Psalm 80:11De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren [als] cederbomen Gods.
Psalm 91:1Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.
Psalm 102:12Mijn dagen zijn als een afgaande schaduw, en ik verdor als gras.
Psalm 107:10Die in duisternis en de schaduw des doods zaten, gebonden met verdrukking en ijzer;
Psalm 107:14Hij voerde hen uit de duisternis en de schaduw des doods, en Hij brak hun banden.
Psalm 109:23Ik ga heen gelijk een schaduw, wanneer zij zich neigt; ik worde omgedreven als een sprinkhaan.
Psalm 121:5De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw Schaduw, aan uw rechterhand.
Psalm 144:4De mens is der ijdelheid gelijk; zijn dagen zijn als een voorbijgaande schaduw.
Prediker 6:12Want wie weet, wat goed is voor den mens in dit leven, [gedurende] het getal der dagen van het leven zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als een schaduw? Want wie kan den mens aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon?
Prediker 7:12Want de wijsheid is tot een schaduw, [en] het geld is tot een schaduw; maar de uitnemendheid der wetenschap is, dat de wijsheid haar bezitters het leven geeft.

KlussenKlussen