Dronkenschap

Bijbelteksten

Spreuken 23:21Want een zuiper en vraat zal arm worden; en de sluimering doet verscheurde klederen dragen.
Prediker 10:17Welgelukzalig zijt gij, land! welks koning een zoon der edelen is, en welks vorsten ter rechter tijd eten, tot sterkte en niet tot drinkerij.
Jesaja 5:11Wee dengenen, die, zich vroeg opmakende in den morgenstond, sterken drank najagen, [en] vertoeven tot in de schemering, [totdat] de wijn hen heeft verhit!
Jesaja 5:22Wee dengenen, die helden zijn om wijn te drinken, en die kloeke mannen zijn om sterken drank te mengen!
Jesaja 19:14De HEERE heeft een zeer verkeerden geest ingeschonken in het midden van hen, en zij hebben Egypte doen dwalen in al zijn doen, gelijk een dronkaard zich om en om wentelt in zijn uitspuwsel.
Jesaja 22:13Maar ziet, er is vreugde en blijdschap met runderen te doden, en schapen te kelen, vlees te eten, en wijn te drinken, [en te zeggen:] Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven.
Jesaja 24:20De aarde zal ganselijk waggelen, gelijk een dronkaard, en zij zal heen en weder bewogen worden, gelijk een nachthut; en haar overtreding zal zwaar op haar zijn, en zij zal vallen, en niet weder opstaan.
Jesaja 28:1Wee de hovaardige kroon der dronkenen van Efraim, welker heerlijk sieraad is een afvallende bloem, die daar is op het hoofd der zeer vette vallei, der geslagenen van den wijn.
Jesaja 28:3De hovaardige kronen der dronkenen van Efraim zullen met voeten vertreden worden.
Jesaja 29:9Zij vertoeven, daarom verwondert u; zij zijn vrolijk, derhalve roept gijlieden; zij zijn dronken, maar niet van wijn; zij waggelen, maar niet van sterken drank.
Jesaja 51:21Daarom hoort nu dit, gij bedrukten! en gij dronkenen, maar niet van wijn!
Jesaja 51:22Alzo zegt uw Heere, de HEERE en uw God, [Die] Zijns volks zaak twisten zal: Zie, Ik neem den beker der zwijmeling van uw hand, den droesem van den beker Mijner grimmigheid; gij zult dien voortaan niet meer drinken.
Jesaja 56:12Komt herwaarts, [zeggen zij:] ik zal wijn halen, en wij zullen sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als deze, [ja,] groter, veel treffelijker.
Jeremia 13:13Maar gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal alle inwoners deze lands, zelfs de koningen, die op Davids troon zitten, en de priesters, en de profeten, en alle inwoners van Jeruzalem, opvullen met dronkenschap.
Jeremia 31:25Want Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle treurige ziel vervuld.
Ezechiel 23:33Van dronkenschap en jammer zult gij vol worden; de beker van uw zuster Samaria is een beker der verwoesting en der eenzaamheid.
Ezechiel 23:42Als nu het geruis der menigte daarop stil was, zo [zonden zij] tot mannen uit de menigte der mensen, [en] daar werden wijnzuipers aangebracht uit de woestijn; die deden armringen aan haar handen, en een sierlijke kroon op haar hoofden.
Ezechiel 39:19En gij zult het vette eten tot verzadiging toe, en bloed drinken tot dronkenschap toe; van Mijn slachtoffer, dat Ik voor u geslacht heb.
Joel 1:5Waakt op, gij dronkenen! en weent, en huilt, alle gij wijnzuipers! om den nieuwen wijn, dewijl hij van uw mond is afgesneden.
Nahum 3:11Ook zult gij dronken worden, gij zult u verbergen; ook zult gij een sterkte zoeken vanwege den vijand.

Hadderech