Jozua 14:7 | Ik was veertig jaren oud, toen Mozes, de knecht des HEEREN, mij uitgezonden heeft van Kades-barnea, om het land te verspieden, en ik hem antwoord bracht, gelijk als het in mijn hart was. |
Jozua 15:3 | En zij gaat uit naar het zuiden tot den opgang van Akrabbim, en gaat door naar Zin, en gaat op van het zuiden naar Kades-barnea, en gaat door Hezron, en gaat op naar Adar, en gaat om Karkaa; |
Richteren 11:16 | Want als zij uit Egypte optogen, zo wandelde Israel door de woestijn tot aan de Schelfzee, en kwam te Kades. |
Richteren 11:17 | En Israel zond boden tot den koning der Edomieten, zeggende: Laat mij toch door uw land doortrekken; maar de koning der Edomieten gaf geen gehoor. En hij zond ook tot den koning der Moabieten, die ook niet wilde. Alzo bleef Israel in Kades. |
Psalm 29:8 | De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven. |
Ezechiel 47:19 | En den zuiderhoek zuidwaarts van Thamar af, tot aan het twistwater van Kades, [voorts] naar de beek henen, tot aan de grote zee; en [dat] zal de zuiderhoek zuidwaarts zijn. |
Ezechiel 48:28 | Aan de landpale nu van Gad, aan den zuiderhoek zuidwaarts, daar zal de landpale zijn van Thamar af, [naar] het twistwater van Kades, [voorts] naar de beek henen, tot aan de grote zee. |