Jishar, Jizhar

Bijbelteksten

Exodus 6:17En de zonen van Kehath: Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel, en de jaren des levens van Kehath waren honderd drie en dertig jaren.
Exodus 6:20En de zonen van Jizhar: Korah, en Nefeg, en Zichri.
Numeri 3:27En van Kahath is het geslacht der Amramieten, en het geslacht der Izharieten, en het geslacht der Hebronieten, en het geslacht der Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kahathieten.
Numeri 16:1Korach nu, de zoon van Jizhar, zoon van Kohath, zoon van Levi, nam tot zich zo Dathan als Abiram, zonen van Eliab, en On, den zoon van Peleth, zonen van Ruben.
1 Kronieken 6:2De kinderen van Kahath nu waren Amram, Jizhar, en Hebron, en Uzziel.
1 Kronieken 6:18En de kinderen van Kahath waren Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel.
1 Kronieken 6:38Den zoon van Jizhar, den zoon van Kahath, den zoon van Levi, den zoon van Israel.
1 Kronieken 23:12De kinderen van Kehath waren Amram, Jizhar, Hebron en Uzziel; vier.
1 Kronieken 23:18Van de kinderen van Jizhar was Selomith het hoofd.
1 Kronieken 24:22Van de Jizharieten was Selomoth; van de kinderen van Selomoth was Jahath.
1 Kronieken 26:23Voor de Amramieten, van de Jizharieten, van de Hebronieten, van de Uzzielieten,
1 Kronieken 26:29Van de Jizharieten waren Chenanja en zijn zonen tot het buitenwerk in Israel, tot ambtlieden en tot rechters.

StudieboekenStudieboeken