Nehemia 2:1 | Toen geschiedde het in de maand Nisan, in het twintigste jaar van den koning Arthahsasta, [als er] wijn voor zijn aangezicht was, dat ik den wijn opnam, en gaf [hem] den koning; nu was ik nooit treurig geweest voor zijn aangezicht. |
Nehemia 5:14 | Ook van dien dag af, dat hij mij bevolen heeft hun landvoogd te zijn in het land Juda, van het twintigste jaar af, tot het twee en dertigste jaar van den koning Arthahsasta, zijnde twaalf jaren, heb ik, met mijn broederen, het brood des landvoogds niet gegeten. |
Nehemia 13:6 | Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta, koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten einde van [sommige] dagen verkreeg ik [weder] verlof van den koning. |