Mozes

Bijbelteksten

2 Kronieken 35:6En slacht het pascha, en heiligt u, en bereidt [dat] voor uw broederen, doende naar het woord des HEEREN, door de hand van Mozes.
2 Kronieken 35:12En zij namen het brandoffer daar af, opdat zij die naar de verdelingen der vaderlijke huizen, aan het volk geven mochten, om den HEERE te offeren, gelijk geschreven is in het boek van Mozes; en alzo met de runderen.
Ezra 3:2En Jesua, de zoon van Jozadak, maakte zich op, en zijn broederen, de priesters en Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en zijn broederen, en zij bouwden het altaar des Gods van Israel, om daarop brandofferen te offeren, gelijk geschreven is in de wet van Mozes, den man Gods.
Ezra 6:18En zij stelden de priesteren in hun onderscheidingen, en de Levieten in hun verdelingen, tot den dienst Gods, Die te Jeruzalem is, naar het voorschrift des boeks van Mozes.
Ezra 7:6Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israels, gegeven heeft; en de koning gaf hem, naar de hand des HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek.
Nehemia 1:7Wij hebben het ganselijk tegen U verdorven; en wij hebben niet gehouden de geboden, noch de inzettingen, noch de rechten, die Gij Uw knecht Mozes geboden hebt.
Nehemia 1:8Gedenk toch des woords, dat Gij Uw knecht Mozes geboden hebt, zeggende: Gijlieden zult overtreden, Ik zal u onder de volken verstrooien.
Nehemia 8:2Zo verzamelde zich al het volk als een enig man op de straat voor de Waterpoort; en zij zeiden tot Ezra, den schriftgeleerde, dat hij het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel geboden had.
Nehemia 8:15En zij vonden in de wet geschreven, dat de HEERE door de hand van Mozes geboden had, dat de kinderen Israels in loofhutten zouden wonen, op het feest in de zevende maand;
Nehemia 9:14En Gij hebt Uw heiligen sabbat bekend gemaakt; en Gij hebt hun geboden en inzettingen en een wet bevolen, door de hand van Uw knecht Mozes.
Nehemia 10:29Die hielden zich aan hun broederen, hun voortreffelijken, en kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden wandelen in de wet Gods, die gegeven is door de hand van den knecht Gods, Mozes; en dat zij zouden houden, en dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes Heeren, en Zijn rechten en Zijn inzettingen;
Nehemia 13:1Te dien dage werd er gelezen in het boek van Mozes, voor de oren des volks; en daarin werd geschreven gevonden, dat de Ammonieten en Moabieten niet zouden komen in de gemeente Gods, tot in eeuwigheid;
Psalm 77:21Gij leiddet Uw volk, als een kudde door de hand van Mozes en Aaron.
Psalm 90:1Een gebed van Mozes, den man Gods. Heere! Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht.
Psalm 99:6Mozes en Aaron waren onder Zijn priesters, en Samuel onder de aanroepers Zijns Naams; zij riepen tot den HEERE, en Hij verhoorde hen.
Psalm 103:7Hij heeft Mozes Zijn wegen bekend gemaakt, den kinderen Israels Zijn daden.
Psalm 105:26Hij zond Mozes, Zijn knecht, [en] Aaron, dien Hij verkoren had.
Psalm 106:16En zij benijdden Mozes in het leger, [en] Aaron, den heilige des HEEREN.
Psalm 106:23Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn uitverkorene, in de scheure voor Zijn aangezicht gestaan had, om Zijn grimmigheid af te keren, dat Hij hen niet verdierf.
Psalm 106:32Zij maakten [Hem] ook zeer toornig aan het twistwater, en het ging Mozes kwalijk om hunnentwil.

TuinTuin