Johannes 7:53 | En een iegelijk ging heen naar zijn huis. |
Johannes 8:1 | Maar Jezus ging naar den Olijfberg. |
Johannes 8:2 | En des morgens vroeg kwam Hij wederom in den tempel, en al het volk kwam tot Hem; en nedergezeten zijnde, leerde Hij hen. |
Johannes 8:3 | En de Schriftgeleerden en de Farizeen brachten tot Hem een vrouw, in overspel gegrepen. |
Johannes 8:4 | En haar gesteld hebbende in het midden, zeiden zij tot Hem: Meester, deze vrouw is op de daad zelve gegrepen, overspel begaande. |
Johannes 8:5 | En Mozes heeft ons in de wet geboden, dat dezulken gestenigd zullen worden; Gij dan, wat zegt Gij? |
Johannes 8:6 | En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij [iets] hadden, om Hem te beschuldigen. Maar Jezus, nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde. |
Johannes 8:7 | En als zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde is, werpe eerst den steen op haar. |
Johannes 8:8 | En wederom nederbukkende, schreef Hij in de aarde. |
Johannes 8:9 | Maar zij, [dit] horende, en van [hun] geweten overtuigd zijnde, gingen uit, de een na den andere, beginnende van de oudsten tot de laatsten; en Jezus werd alleen gelaten; en de vrouw in het midden staande. |
Johannes 8:10 | En Jezus, Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn deze uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld? |
Johannes 8:11 | En zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer. |