Psalm 44:12 | Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen. |
Psalm 44:23 | Maar om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht als slachtschapen. |
Psalm 49:15 | Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, [elk] uit zijn woning. |
Psalm 74:1 | Een onderwijzing, voor Asaf. O God! waarom verstoot Gij in eeuwigheid? [Waarom] zou Uw toorn roken tegen de schapen Uwer weide? |
Psalm 78:52 | En Hij voerde Zijn volk als schapen, en leidde hen, als een kudde, in de woestijn. |
Psalm 79:13 | Zo zullen wij, Uw volk en de schapen Uwer weide, U loven in eeuwigheid, van geslacht tot geslacht; wij zullen Uw roem vertellen. |
Psalm 80:2 | O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen leiddet; Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende. |
Psalm 95:7 | Want Hij is onze God, en wij zijn het volk Zijner weide, en de schapen Zijner hand. Heden, zo gij Zijn stem hoort, |
Psalm 100:3 | Weet, dat de HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk en de schapen Zijner weide. |
Spreuken 27:23 | Zijt naarstig, om het aangezicht uwer schapen te kennen; zet uw hart op de kudden. |
Prediker 2:7 | Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren. |
Jesaja 7:21 | En het zal geschieden te dien dage, dat iemand een koetje in het leven zal behouden hebben, en twee schapen; |
Jesaja 7:25 | Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt om te hakken, daar zal men niet komen [uit] vrees der doornen en der distelen; maar die zullen wezen tot inzending van den os, en tot vertreding van het kleinvee. |
Jesaja 22:13 | Maar ziet, er is vreugde en blijdschap met runderen te doden, en schapen te kelen, vlees te eten, en wijn te drinken, [en te zeggen:] Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven. |
Jesaja 53:6 | Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. |
Jesaja 60:7 | Al de schapen van Kedar zullen tot u verzameld worden; de rammen van Nebajoth zullen u dienen; zij zullen met welgevallen komen op Mijn altaar, en Ik zal het huis Mijner heerlijkheid heerlijk maken. |
Jeremia 3:24 | Want de schaamte heeft den arbeid onzer vaderen opgegeten, van onze jeugd aan; hun schapen en hun runderen, hun zonen en hun dochteren. |
Jeremia 5:17 | En het zal uw oogst en uw brood opeten, [dat] uw zonen en uw dochteren zouden eten; het zal uw schapen en uw runderen opeten; het zal uw wijnstok en uw vijgeboom opeten; uw vaste steden, op dewelke gij vertrouwt, zal het arm maken, door het zwaard. |
Jeremia 12:3 | Maar Gij, o HEERE! kent mij, Gij ziet mij, en proeft mijn hart, [dat het] met U is. Ruk ze uit als schapen ter slachting, en heilig ze tot den dag der doding. |
Jeremia 13:20 | Hef uw ogen op, en zie, die daar van het noorden komen! waar is de kudde, die u gegeven was, de schapen uwer heerlijkheid? |