Nacht

Bijbelteksten

Psalm 104:20Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt:
Psalm 105:39Hij breidde een wolk uit tot een deksel, en vuur om den nacht te verlichten.
Psalm 134:1Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat.
Psalm 136:9De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Psalm 139:11Indien ik zeide: De duisternis zal mij immers bedekken; dan is de nacht een licht om mij.
Psalm 139:12Ook verduistert de duisternis voor U niet; maar de nacht licht als de dag; de duisternis is als het licht.
Spreuken 7:9In de schemering, in den avond des daags, in den zwarten nacht en de donkerheid;
Spreuken 31:15[Vau.] En zij staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het bescheiden deel.
Spreuken 31:18[Teth.] Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.
Hooglied 5:2Ik sliep, maar mijn hart waakte, de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, Mijn zuster, Mijn vriendin, Mijn duive, Mijn volmaakte! want Mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen.
Jesaja 15:1De last van Moab. Zekerlijk, in den nacht is Ar-moabs verwoest, zij is uitgeroeid; zekerlijk, in den nacht is Kir-moabs verwoest, zij is uitgeroeid!
Jesaja 16:3Brengt een raad aan, houdt gericht, maakt uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen, [en] meldt den omzwervende niet.
Jesaja 21:8En hij riep: Een leeuw, Heere! ik sta op den wachttoren geduriglijk bij dag, en op mijn hoede zet ik mij ganse nachten.
Jesaja 21:12De wachter zeide: De morgenstond is gekomen, en het is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt.
Jesaja 26:9[Met] mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik [met] mijn geest, [die] in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid.
Jesaja 27:3Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat [de vijand] hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag.
Jesaja 28:19Van den tijd af, als hij doortrekt, zal hij ulieden wegnemen, want allen morgen zal hij doortrekken, bij dag en bij nacht; en het zal geschieden, dat het gerucht te verstaan, enkel beroering wezen zal.
Jesaja 30:29Er zal een lofzang bij ulieden zijn, gelijk in den nacht, wanneer het feest geheiligd wordt; en blijdschap des harten, gelijk van een, die met pijpen wandelt, om te komen tot den berg des HEEREN, tot den Rotssteen van Israel.
Jesaja 38:12Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever [zijn web]; Hij zal mij afsnijden, [als] van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben.
Jesaja 38:13Ik stelde mij voor tot den morgenstond toe; gelijk een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij mij ten einde gebracht hebben.

Livius Onderwijs