Exodus 9:23 | Toen strekte Mozes zijn staf naar den hemel; en de HEERE gaf donder en hagel, en het vuur schoot naar de aarde; en de HEERE liet hagel regenen over Egypteland. |
Exodus 9:24 | En er was hagel, en vuur in het midden des hagels vervangen; hij was zeer zwaar; desgelijks is in het ganse Egypteland nooit geweest, sedert het tot een volk geweest is. |
Exodus 19:16 | En het geschiedde op den derden dag, toen het morgen was, dat er op den berg donderen en bliksemen waren, en een zware wolk, en het geluid ener zeer sterke bazuin, zodat al het volk verschrikte, dat in het leger was. |
Exodus 20:18 | En al het volk zag de donderen, en de bliksemen, en het geluid der bazuin, en den rokenden berg; toen het volk zulks zag, weken zij af, en stonden van verre. |
2 Samuel 22:13 | Van den glans voor Hem henen werden kolen des vuurs aangestoken. |
2 Samuel 22:15 | En Hij zond pijlen uit en verstrooide ze; bliksemen en verschrikte ze. |
1 Koningen 19:12 | En na de aardbeving een vuur; de HEERE was [ook] in het vuur niet; en na het vuur het suizen van een zachte stilte. |
Job 36:30 | Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij. |
Job 36:32 | Met handen bedekt Hij het licht, en doet aan hetzelve verbod door dengene, die tussen doorkomt. |
Job 37:3 | Dat zendt Hij rechtuit onder den gansen hemel, en Zijn licht over de einden der aarde. |
Job 37:11 | Ook vermoeit Hij de dikke wolken [door] klaarheid; Hij verstrooit de wolk Zijns lichts. |
Job 37:15 | Weet gij, wanneer God over dezelve orde stelt, en het licht Zijner wolk laat schijnen? |
Job 38:24 | Waar is de weg, [daar] het licht verdeeld wordt, [en] de oostenwind zich verstrooit op de aarde? |
Job 38:35 | Kunt gij de bliksemen uitlaten, dat zij henenvaren, en tot u zeggen: Zie, [hier] zijn wij? |
Psalm 18:12 | Duisternis zette Hij tot Zijn verberging; rondom Hem was Zijn tent, duisterheid der wateren, wolken des hemels. |
Psalm 18:14 | En de HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen. |
Psalm 18:15 | En Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze. |
Psalm 29:7 | De stem des HEEREN houwt er vlammen vuurs uit. |
Psalm 77:18 | De dikke wolken goten water uit; de bovenste wolken gaven geluid; ook gingen Uw pijlen daarhenen. |
Psalm 77:19 | Het geluid Uws donders was in het ronde; de bliksemen verlichtten de wereld; de aarde werd beroerd en daverde. |