Sieraad (oor-)

Bijbelteksten

Exodus 32:2Aaron nu zeide tot hen: Rukt af de gouden oorsierselen, die in de oren uwer vrouwen, uwer zonen, en uwer dochteren zijn; en brengt ze tot mij.
Exodus 32:3Toen rukte het ganse volk de gouden oorsierselen af, die in hun oren waren; en zij brachten ze tot Aaron.
Jesaja 3:19De reukdoosjes, en de kleine ketentjes, en de glinsterende kledingen,
Jesaja 3:20De hoofdkroning, en de armversierselen, en de bindselen, en de reukballetjes, en de oorringen,
Ezechiel 16:12Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid op uw hoofd.

TuinTuin