Ezechiel 27:6 | Zij hebben uw riemen [uit] eiken van Basan gemaakt; uw berderen hebben zij gemaakt [uw] welbetreden elpenbeen, uit de eilanden der Chittieten. |
Handelingen 4:36 | En Joses, van de apostelen toegenaamd Barnabas (hetwelk is, overgezet zijnde, een zoon der vertroosting), een Leviet, van geboorte uit Cyprus, |
Handelingen 11:19 | Degenen nu, die verstrooid waren door de verdrukking, die over Stefanus geschied was, gingen [het land] door tot Fenicie toe, en Cyprus, en Antiochie, tot niemand het Woord sprekende, dan alleen tot de Joden. |
Handelingen 11:20 | En er waren enige Cyprische en Cyreneische mannen uit hen, welken te Antiochie gekomen zijnde, spraken tot de Grieksen, verkondigende den Heere Jezus. |
Handelingen 13:4 | Dezen dan, uitgezonden zijnde van den Heiligen Geest, kwamen af tot Seleucie, en van daar scheepten zij af naar Cyprus. |
Handelingen 15:39 | Er ontstond dan een verbittering, alzo dat zij van elkander gescheiden zijn, en dat Barnabas Markus medenam, en naar Cyprus afscheepte; |
Handelingen 21:3 | En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en dat aan de linker[hand] gelaten hadden, voeren wij naar Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den last ontladen. |
Handelingen 21:16 | En met ons gingen ook [sommigen] der discipelen van Cesarea, leidende [met zich] een zekeren Mnason, van Cyprus, een ouden discipel, bij dewelken wij zouden te huis liggen. |
Handelingen 27:4 | En van daar afgevaren zijnde, voeren wij onder Cyprus heen, omdat de winden [ons] tegen waren. |