Exodus 38:19 | En hun vier pilaren en derzelver vier voeten waren van koper, hun haken waren van zilver; ook was het overdeksel hunner hoofden en hun banden van zilver. |
Exodus 38:20 | En al de pennen des tabernakels en des voorhofs rondom waren van koper. |
Exodus 38:30 | En hij maakte daarvan de voeten der deur van de tent der samenkomst, en het koperen altaar, en den koperen rooster, dien het had, en al het gereedschap des altaars. |
Exodus 39:39 | Het koperen altaar, en den koperen rooster, dien het heeft, deszelfs handbomen, en al zijn gereedschap; het wasvat en zijn voet; |
Leviticus 6:28 | En het aarden vat, waarin het gezoden is, zal gebroken worden; maar zo het in een koperen vat gezoden is, zo zal het geschuurd en in water gespoeld worden. |
Leviticus 26:19 | Want Ik zal de hovaardigheid uwer kracht verbreken, en zal uw hemel als ijzer maken, en uw aarde als koper. |
Numeri 31:22 | Alleen het goud en het zilver, en het koper, het ijzer, het tin en het lood; |
Deuteronomium 8:9 | Een land, waarin gij brood zonder schaarsheid eten zult, waarin u niets ontbreken zal; een land, welks stenen ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen zult. |
Deuteronomium 28:23 | En uw hemel, die boven uw hoofd is, zal koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn. |
Deuteronomium 33:25 | Ijzer en koper zal [onder] uw schoen zijn; en uw sterkte gelijk uw dagen! |
1 Samuel 17:5 | En hij had een koperen helm op zijn hoofd, en hij had een schubachtig pantsier aan; en het gewicht van het pantsier was vijf duizend sikkelen kopers; |
1 Samuel 17:6 | En een koperen scheenharnas boven zijn voeten, en een koperen schild tussen zijn schouders; |
2 Samuel 3:34 | Uw handen waren niet gebonden, noch uw voeten in koperen boeien gedaan, [maar] gij zijt gevallen, gelijk men valt voor het aangezicht van kinderen der verkeerdheid. Toen weende het ganse volk nog meer over hem. |
2 Samuel 8:8 | Daartoe nam de koning David zeer veel kopers uit Betach, en uit Berothai, steden van Hadad-ezer. |
1 Koningen 7:15 | Want hij vormde twee koperen pilaren; de hoogte van den enen pilaar was achttien ellen, en een draad van twaalf ellen omving den anderen pilaar. |
1 Koningen 7:16 | Hij maakte ook twee kapitelen, van gegoten koper, om op de hoofden der pilaren te zetten; vijf ellen was de hoogte van het ene kapiteel, en vijf ellen de hoogte van het andere kapiteel. |
1 Koningen 7:27 | Hij maakte ook tien koperen stellingen; van vier ellen was de lengte ener stelling, en van vier ellen haar breedte, en van drie ellen haar hoogte. |
1 Koningen 7:30 | En een stelling had vier koperen raderen, en koperen platen; en haar vier hoeken hadden schouderen; onder het wasvat waren deze gegoten schouderen ter zijde van ieders bijvoegselen. |
2 Koningen 25:7 | En zij slachtten de zonen van Zedekia voor zijn ogen, en men verblindde Zedekia's ogen, en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. |
2 Koningen 25:13 | Verder braken de Chaldeen de koperen pilaren, die in het huis des HEEREN waren, en de stellingen, en de koperen zee, die in het huis des HEEREN was; en zij voerden het koper daarvan naar Babel. |