Xerxes I (Hebr. אֲחַשְׁוֵרֹ֖ושׁ; Gr. Ξέρξης; Ar. خشایارشا) was koning van het Perzische Rijk van 486 - 465 v.C.
In de Bijbel wordt hij beschreven als de man van Esther. Hij was ook degene die belette dat de tempel te Jeruzalem werd hersteld (Ezra 4:6ev.).
Xerxes, Cyrus (Ξέρξης) is de Griekse transliteratie van Khshayarsha of Khsha-yar-shan, en betekent "heerser over helden", of "eerbiedwaardige koning" (J. Vernon McGee, 2:547). Het Babylonische Khishi'arshu is hiervan afgeleid, maar op tabletten komen ook vormen voor als Akhshiyarshu, Akhshiyawarshu en Akhshiwarshu (Tricia Miller, p. 11). Ook het Hebreeuws Ahasveros (אֲחַשְׁוֵרֹ֖ושׁ) is hiervan afgeleid, waarbij de א-prefix aanduidt dat het om een leenwoord gaat.
Oudere verklaringen van de naam zijn "ijdel, dwaas, wispelturig, en opvliegend" en waarbij vooral naar het karakter van deze koning is gekeken (Jewish Encyclopedia, Ahasuerus).
Hij was de zoon van Darius I uit het huis van de Achaemeniden. Voordat hij op de troon kwam was hij jarenlang onderkoning geweest in Babylon waar hij de nodige politieke ervaring opdeed. In de Griekse bronnen wordt hij vaak ten onrechte als een zwakkeling voorgesteld, die door de eunuchen van het hof geregeerd werd.
Bij zijn troonsbestijging moest de hoofdstad Parsa (Persepolis) nog grotendeels gebouwd worden en hij is er in belangrijke mate verantwoordelijk voor dat het een van de mooiste steden van de toenmalige wereld zou worden. Bactrië, waar zijn broer Ariamens naar toegegaan was om hem de troon te betwisten werd weer onder zijn gezag gebracht. Zijn broer mocht echter het leven behouden zodra hij Xerxes in het openbaar erkend had.
Egypte was daarnaast nog in opstand wat leidde tot moeilijkheden in Jeruzalem, welke deels in de Bijbel worden verhaald. Xerxes maakte op 9 januari 484 een eind aan deze Egyptische opstand en daarmee kwam definitief een einde aan de joodse onafhankelijkheid.
In 482 v.C. probeerden de Babyloniërs om weer een onafhankelijke staat te worden. In augustus eiste Bel-shimani de troon van Babylon op, maar een maand later was het Shamash-eriba die de touwtjes overnam. Tot woede van Xerxes werd zijn satraap Zophyrus gedood en hij zond er zijn zwager op af om hardhandig een eind te maken aan de rebellie. De stad had er waarschijnlijk niet veel van te lijden.
Hoewel Xerxes het grootste deel van de Grieken al onder zijn gezag had, was zijn vader er niet in geslaagd om de rest, in Griekenland zelf ook aan zich te onderwerpen. Eerst probeerde Xerxes met wat machtsvertoon de grip op de vrije Grieken wat te vergroten, maar in 480 v.C. trok hij met een leger door Klein-Azië naar de streek rond Troje en verklaarde er de Trojaanse oorlog te willen hervatten. De Grieken besloten dat het immense Perzische leger alleen op de landengte van Korinthe tegen te houden zou zijn en trokken daar inderhaast hun legers samen. Zo trok Xerxes door Thessalië naar het zuiden en kreeg overal aarde en water aangeboden (een teken van onderwerping) behalve van het kleine Plataea en Thespiae en de oorlog leek zo goed als gewonnen. Bij Thermopylae in Thessalia kwam echter de eerste verrassing. Driehonderd Spartanen onder Leonidas hielden koppig stand. Daarna werd de Perzische vloot verslagen bij Salamis. Xerxes had dat aan zichzelf te danken maar beschuldigde anderen van lafheid. Zijn Phoenicische en Egyptische bondgenoten hadden er genoeg van en wilden naar huis en daarna besefte Xerxes dat hij zijn onderwerpingsplannen voorlopig maar beter op kon geven. Hij keerde terug naar Sardis en bleeft een oogje in het zeil houden om te voorkomen dat hij ook de Ionische steden nog zou verliezen.
Ondanks deze tegenslag, was de ramp voor het Perzische Rijk eigenlijk wel te overzien. Het was ook zonder Griekenland al erg groot. Toch bleef de oorlog zich nog geruime tijd voortslepen. Eerst werden de Perzen verslagen bij Plataea en op 27 augustus 479 v.C. vielen de Grieken Mycale aan, doodden alle Perzen daar en vernietigden wat restte van de Perzische vloot nadat de Phoeniciërs al naar huis gegaan waren.
Enige jaren later zagen de Grieken hun kans en gingen in de aanval, Athene nam de leiding en Cimon zeilde in 466 v.C. naar Carië om de kust van Klein-Azië; onder Atheense invloed te brengen. Bij de monding van de Eurymedon werden de Perzen opnieuw verslagen en dat kostte Xerxes vrijwel al zijn voormalige Griekse onderdanen.
Een jaar later in 465 v.C. werd Xerxes in zijn slaapkamer vermoord door Artebanus en Aspamitres.