Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
Het boek Jeremia is een van de boeken die geschreven is door de grote profeten.
Titel
De titel is Jeremia naar de gelijknamige profeet.
Auteur
De meesten gaan ervanuit dat het door de profeet Jeremia zelf is geschreven.
Ontstaan
Het boek beschrijft de gebeurtenissen van eind 6de tot halverwege de 5de eeuw v.C.
Thema
Synopsis
- Hfd 1 - Inleiding. De roeping van Jeremia.
- Hfd 2-20 - Profetieën tegen Juda.
- Hfd 21-29 - Verval van het koninklijk huis en van Jeruzalem.
- Hfd 30-33 - De toekomst en het herstel van volk en land, van koningschap en priesterdienst.
- Hfd 34-45 - Bijzonderheden betreffende de Rechabieten, het verbranden van de boekrol, de gevangenschap van Jeremia, de inneming van Jeruzalem, de moord op Gedalja en de vlucht naar Egypte.
- Hfd 46-51 - Profetieën over Egypte, de Filistijnen, Moab, Ammon, Edom, de Arabieren en Babel.
- Hfd 52 - Aanhangsel: het lot van Jeruzalem; Nebukadnezar; Evil-Merodach; Jojachin in Babel.
Mogelijke chiastische indeling
A Jer. 1 De roeping tot de dienst;
B Jer. 2 - 25 Oordeelsprofetieën over Juda;
C Jer. 26 - 29 Verzet van het volk tegen God;
D Jer. 30 - 33 Belofte van herstel voor Juda;
C Jer. 34 - 45 Oordeel van God over het volk;
B Jer. 46 - 51 Oordeelsprofetieën over de volken;
A Jer. 52 De bevestiging van de dienst.
Politieke gebeurtenissen ten tijde van Jeremia
- 609 v.C. Koning Josia gedood in een strijd tegen de koning van Egypte. Zijn zoon Joahaz volgt hem op. Het land is onderhorig aan Egypte.
- 609 v.C. Koning Joahaz komt in opstand tegen de koning van Egypte. Wordt door de koning van Egypte gevangen genomen en afgevoerd naar Egypte. Joahaz heeft maar drie maanden geregeerd en wordt opgevolgd door zijn broer Jojakim.
- 606 v.C. Ten tijde van koning Jojakim, worden het koninkrijk Juda en Jeruzalem veroverd door de koning van Babylonië die met zijn leger op weg is naar Egypte.
- 597 v.C. Koning Jojakim en iedereen van het hof gevangen en meegenomen naar Babel. (incl. Daniël) Dit is Jojakims straf omdat hij in opstand komt tegen de koning van Babel. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Jojachin.
- 597 v.C. Koning Jojachin gevangen en meegenomen naar Babel omdat hij in opstand komt tegen de koning van Babel. Hij heeft drie maanden geregeerd. De koning van Babel neemt ook al het goud en zilver uit de tempel mee, en alle timmerlieden en smeden. (ook de priester Ezechiël werd meegevoed) De bedoeling daarvan was de godsdienst en de economie van het land kapot te maken, zodat het land niet meer in opstand zou kunnen komen. Jojachin wordt opgevolgd door zijn oom Zedekia, een zoon van koning Josia.
- 587 v.C. Koning Zedekia komt in opstand tegen de koning van Babel. Als strafmaatregel wordt Jeruzalem helemaal verwoest. Bijna de hele bevolking wordt gevangen meegenomen naar Babel. Alleen de allerarmste mensen mogen in het land achterblijven. Gedalja wordt door de koning van Babel aangewezen als bestuurder.
- 586 v.C. Na drie maanden wordt Gedalja vermoord door mensen die in opstand komen tegen de koning van Babel. De daders vluchten met een groep gijzelaars naar Egypte. Ze worden ingehaald door Johanan, één van de achtergebleven Judeese legeraanvoerders. Hij bevrijdt de gijzelaars. Maar zij nemen op hun beurt Jeremia gevangen. Johanan vlucht met deze groep en met Jeremia alsnog naar Egypte.
Aangemaakt 22 mei 2005