Tim Hegg, "Why Nehemia Gordon is Wrong About Matthew 23:3, A Response to Nehemia Gordon’s Article in Petah Tikvah (vol. 23.1, Jan-Mar 2005)" op TorahResource (2005)
Tijdschrift , Christenen voor Israel, , [0], juli/aug. 2005/19, Alfred Muller: Chorazin Van de drie steden waarover Jezus het 'wee' uitsprak - Chorazin, Bethsaïda en Kafarnaüm - resten nu nog slechts ruïs. van Chorazin is alleen een klein stukje opgegraven. Daarbij kwam een prachtige synagoge aan het licht. Het Nieuwe Testament en de schrijver Josephus Flavius geven aan dat deze bedehuizen al een normaal verschijnsel waren in de Joodse dorpen en steden. Archeologen vonden de oudste overblijfselen van synagogen in Egypte. Deze dateren uit de derde eeuw voor Christus.
Na de opstand van Bar Kochbah (132-135) verdreef de Romeinse keizer Hadrianus de Joden uit Juda. Als gevolg daarvan bloeide het Joodse leven in Galilea enorm op. In Galilea werden dan ook vele ruïnes van synagoges gevonden
Een van de steden die enorm groeiden vanwege de uittocht uit Jeruzalem was Chorazin. Maar lang duurde de bloei blijkbaar niet: de kerkhistoricus Eusebius (circa 260-339) schreef in zijn Onomasticon dat in zijn tijd het stadje verwoest was. De reden van de verwoesting is niet duidelijk. In de tweede helft van de vierde eeuw bloeide het stadje in elk geval weer op. De synogaoge die werd opgegraven dateert uit die tijd en bleef tot de achtste eeuw in gebruik.
Een aantal traptreden leidt naar de voorgevel van de synagoge, die naar het zuidelijk gelegen Jeruzalem is gericht. Het gebedshuis had blijkbaar twee verdiepingen, maar het is onwaarschijnlijk dat toen al de bovenste verdieping voor de vrouwen bestemd was. Van latere synagoges staat het vast dat mannen en vrouwen gescheiden zaten.
Aan de rechterzijde van de ingang bevindt zich een kopie van een basalten stoel. Het origineel bevindt zich in het Israël Museum in Jeruzalem. Deze was blijkbaar bestemd voor hooggeplaatste figuren in het stadje, mogelijk voor de geestelijke leiders. Joodse bronnen spreken over 'De stoel van Mozes". Jezus zegt in Mattheus 23:2 dat de schriftgeleerden en de farizeeën daarop hebben plaatsgenomen. Op de stoel staat een opschrift dat verwijst naar een zekere 'Yudan, zoon van Yishmael', die voor de zuilen en stoelen heeft betaald. In de kunst zijn de hellinistische invloeden te zien. De graveersels in het gebedshuis beelden mythologische figuren, jacht- en landbouwtaferelen uit.
Ten westen van de synagoge bevinden zich de overblijfselen van de olijfpers. De pers bevond zich aan de rand van de plaats zodat de ezels, die de molensteen lieten ronddraaien, niet door het dorp hoefden te skouwen. Blijkbaar verdienden de bewoners ook de kost met de verbouw van tarwe, want de Talmoed zegt dat de kwaliteit van de tarwe van Chorazin heel goed is.
Het stadje had een oppervlakte van ongeveer tien hectare. Het had vijf wijken, die elk bestemd waren voor een uigebreide familie. Alleen het centrum is opgegraven. Deze en andere gebouwen waren opgetrokken uit de zwarte basaltstenen. Wat de naam Chorazin betekent is niet precies bekend. Mogelijkheden zijn: 'als de ceders van de Libanon" of "aankondiging".
Na de achtste eeuw raakte de plaats verlaten. In de dertiende tot vijftiende eeuw kende Chorazin een opleving, maar de bevolking bleef klein. In de jaren twintig, zestig en tachtig van de vorige eeuw vonden er archeologische expedities plaats. Relatief weinig toeristen bezoeken de plaats, maar de heuvels rond Chorazin kwamen in maart 2000 in het wereldnieuws toen paus Joahnnes Paulus II er een openluchtmis hield.