‹ Gevlekte ScheerlingSara (2) ›
Sara (1)
Gepubliceerd op 29-08-2006

Vergeleken bij Abraham wordt in de Schrift weinig over Sara gesproken. Hoewel ze kinderen van één vader waren, waren ze met elkaar getrouwd. Een incestueuze relatie die later in de Mozaïsche wet verboden zou worden (Lev. 18:9). Dit geldt trouwens ook voor het huwelijk van hun kleinzoon Jakob met twee zusters (Lev. 18:18). God had Abraham beloofd hem tot een groot volk te maken (Gen. 12:2). Deze belofte werd meerdere malen herhaald, maar de vervulling liet lang op zich wachten. Ook al omdat Sara onvruchtbaar was. Ze was een mooie vrouw (Gen. 12:11).

Toen Abraham zich door een hongersnood in Egypte bevond bedacht Abraham dat het verstandig zou zijn om haar voor zijn zuster uit te geven. Dit was om te voorkomen dat hij zelf gevaar zou lopen. Dat was een halve waarheid en tegelijk een hele leugen. Hij wekte hierdoor een geheel verkeerde voorstelling. Hij zondigde tegen het negende gebod. Dit zou leiden tot een zonde tegen het zevende gebod.

De farao was op haar attent gemaakt en hij nam haar op in zijn harem, terwijl hij Abraham met rijke geschenken overlaadde. De farao werd getroffen met "zware plagen". Hij verweet Abraham zijn leugen: "zodat ik haar mij tot vrouw genomen heb". Daarop werden beiden het land uitgezet.

Sara heeft meegemaakt dat Lot hen verliet en later als gevangene ewrd weggevoerd, maar hij werd door haar man bevrijd. In een visioen (Gen. 15:1) beloofde de Here hem een nageslacht als de sterren zo talrijk. Dat geloofde Abraham en het werd hem tot gerechtigheid gerekend (Rom. 4:3). Het wachten viel Sara zwaar en ze besloot zichzelf een kind te verschaffen door haar slavin Hagar aan Abraham te geven; een gebruik dat ook voorkomt in het beroemde wetboek van Hammurabi. Rachel zal dit ook toepassen (Gen 30:3). "Hier is mijn slavin… opdat ook ik uit haar gebouwd worde". Het verlangen naar kinderen is universeel. In onze decadente cultuur maken we gebruik van draag- en leenmoeders.

Dat Abraham toegaf moeten we niet als een geloofsdaad zien! Toen Hagar in verwachting was verachtte ze haar kinderloze meesteres (cf. 1 Sam. 1:6) en dat verweet Sara haar man! Tegen zijn zin stemde hij toe Hagar weg te zenden. Nadat ze door een engel bemoedigd was keerde ze terug. Haar zoon werd Ismaël genoemd.

Opgeslagen onder: Sara


Tags: Personen

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij