‹ De Man van GalileaChristenvervolging: Eritrea ›
De Zondvloed
Gepubliceerd op 07-06-2007

Afgelopen dagen kreeg ik de vraag als de Zondvloed mondiaal was, waar is al dat water gebleven? Een interessante vraag, waar ik me de afgelopen dagen over heb gebogen.

Gaan we uit van het hedendaagse feit, dat de hoogste berg, de Mount Everest, met een hoogte van 8850 meter, dan zou men kunnen afleiden dat tijdens de zondvloed het water een kleine 9 kilometer hoog zou zijn geweest. Dit hoeveelheid water kan dan maar op twee manieren zijn verdwenen: 1) via verdamping en 2) wegzakken in de bodem.

Als bovengenoemde bewering waar is, dan zouden we in de atmosfeer en in de bodem, dit terug moeten vinden. Alvorens ik deze vraag beantwoord is het belangrijk om te weten hoeveel water
er nu op de Aarde is? Na wat speuren en rekenen kwam ik, bij benadering, op een totale hoeveelheid water van 1 360 000 000 km3, deze geweldige hoeveelheid is te verdelen in de volgende categorieën:

1 320 000 000 km3 97.200% in de oceanen en zeeën
25 000 000 km3 1.008% in gletsjers, ijskappen en ijs
13 000 000 km3 0.009% is grondwater.
250 000 km3 0.002% is vers water in meren, binnenlandse zeeën en rivieren.
13 000 km3 0.001% is atmosferisch water (damp, wolken op ieder gegeven moment).

Wat opvalt is dat het meeste water, naar verwachting, zich bevind in de oceanen en de open zeeën en niet in de atmosfeer (0.001%) en in de grond (0.009%). Er moet dus een andere verklaring worden gevonden.

Het geval wil dat op bijna alle bergen in de wereld fossielen zijn gevonden van vissen en zeedieren. Zou het kunnen zijn dat vroeger deze bergen lager waren (bv. max. 2 kilometer). Zo ja, dan had het water geen kleine 9 kilometer, maar bijvoorbeeld een 2 kilometer hoeven te stijgen. Echter waardoor is het water dan gezakt, tot het huidige pijl? We weten dat in de verschillende oceanen diepe troggen zijn, zouden deze deze hoeveelheid water uit de zondvloed kunnen bergen. Na nog meer speurwerk en veel rekenen kwam ik tot het volgende overzicht, hierbij is in de meest linker kolom een overzicht gegeven van de diepte, in de 2de kolom een overzicht (in miljarden) km3 water, met in de 4de kolom het bijbehorende percentage. In de 3de kolom heb ik de hoeveelheid water bij elkaar opgeteld vanaf de bodem (dus wat is de hoeveelheid water vanaf 1 km en dieper en natuurlijk weer in miljarden km3) en in de laatste kolom het bijbehorende percentage.

Diepte kmHoeveelheid km3Hoeveelheid km3 totaalPercentagePercentage totaal
0,269,41340,75,2 %100,0 %
0,599,01271,37,4 %94,8 %
1161,01172,312,0 %87,4 %
2311,41011,323,2 %75,4 %
3290,5699,921,7 %52,2 %
4237,1409,417,7 %30,5 %
5134,3172,310,0 %12,9 %
635,538,02,6 %2,8 %
72,12,50,2 %0,2 %
80,20,40,0 %0,0 %
90,10,20,0 %0,0 %
>90,10,10,0 %0,0 %
Totaal1340,7
100,0 %

Wat opvalt is dat de grootste hoeveelheid water zich op 1 kilometer en dieper aanwezig is. Als de bewering waar is dat de bergen vroeger lager waren, dan is het redelijk om te veronderstellen dat de zeeën vroeger minder diep waren.

De maximale hoeveelheid water op aarde is ongeveer 1,5 miljard km3, dit is omgerekend een hoogte van ongeveer 2 kilometer. Maar vermoedelijk ligt de benodigde hoeveelheid water voor een zondvloed een stuk lager, ergens tussen de 1 miljard en 500 miljoen km3. Als we uitgaan van de de laatste waarde dan blijkt dat bij 0,5 miljard km3 de hoogte ongeveer 1000 meter was.

Een mondiale zondvloed kan dus reëel geacht worden, als er vroeger geen diepe oceanen waren en geen hoge bergen. De vraag is dan ook, is er een theorie die dit ondersteund.

Nu is er inderdaad een theorie van de plaattektoniek die hiervan uitgaat. In het kort komt deze theorie op het volgende neer:
De lithosfeer (korst en de bovenste 100 km van de mantel) "drijft" als verschillende platen op de asthenosfeer (mantel onder de lithosfeer, ongeveer 500 km dik). Alle platen bewegen met verschillende snelheden, omdat ze allemaal andere materiaaleigenschappen hebben, net zoals een auto sneller optrekt bij een verkeerslicht dan een vrachtauto. Daarom zijn er plekken op aarde waar platen botsen, langs elkaar schuiven en van elkaar weg bewegen. Botsende platen hebben als gevolg dat de plaat met de grootste dichtheid in de mantel wordt "geduwd" en verdwijnt, terwijl spreidende platen aangroei van nieuwe korst veroorzaken.
Verder gaat deze theorie ervan uit dat er vroeger, in tegenstellingen tot de verschillende continenten van tegenwoordig, één supercontinent was, ook wel Pangea genoemd.

Door een één of andere catastrofe, is dit supercontinent in stukken gescheurd en in grote snelheid uit elkaar geschoven. Door deze catastrofe ontstond de zondvloed en doordat enerzijds door deze krachten er scheuren (de tegenwoordige troggen) ontstonden en anderzijds aan de andere kant er door de verschillende uit elkaar gedreven continenten krachten op elkaar uitoefenden de bergen ontstonden, is er ook een verklaring gevonden waar het water is gebleven.

Opgeslagen onder: Zondvloed


Tags: Ark van Noach, Ark van Noach + Zondvloed, Meteorologie, Natuur
Gerelateerde onderwerpen: Meteorologie, Natuur

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs