Aijeleth hasscháchar.
De hinde van de dageraad.
Nu is het zo, dat in het Midden Oosten zowel mens als dier vaak voor “dag en dauw” opstaat, dus nog voor de dageraad, om daarmee de ergste hitte te voorkomen. Op dat moment van de dag is het voor prooi dieren als herten gevaarlijk, omdat juist dan de roofdieren het meest actief zijn. Mijn idee is dat het opschrift hiermee te maken heeft, bovendien komt dit overeen met het vervolg van de psalm. De hinde bevind zich in een gevaarlijke positie, zo ook de psalmdichter.
Nu wil het geval dat reeds voor de dageraad, reeds een vaag licht te zien is, het zodiakaal licht.
Binnen het zonnestelsel bevindt zich veel stof, soms variërend van microscopisch kleine deeltjes tot korreltjes van enkele millimeters in grootte, dat afkomstig is van kometen en planetoïden, deze bevinden zich vooral in het vlak van de ecliptica. Het zodiakaal licht wordt nu veroorzaakt door de verstrooiing van het zonlicht door dit ruimte stof. Hierdoor is in een donkere omgeving met het oog een zwak driehoekig lichtschijnsel in de ochtend voor zonsopgang of in de avond na zonsondergang te zien. Als het zodiakaal licht te zien is, kan men recht tegenover de Zon ook een lichtere plek aan de hemel waarnemen, dit wordt: de "Gegenschein" genoemd. Deze is nog zwakker dan het zodiakaal licht.
In het Hebreeuws wordt dit zodiakaal licht de "Amud Ha Shachar", de “kolom van de morgenstond” of “morgenzuil” genoemd. Volgens de joodse traditie lijkt zij op 2 hoornen die uit het Oosten oprijzen en de wereld verlichten, wat een correcte beschrijving is van het zodiakaal licht.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!