1 Kronieken 14:11

SVToen zij nu optogen naar Baal-perazim, zo sloeg hen David daar; en David zeide: God heeft mijn vijanden door mijn hand gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemden zij den naam derzelver plaats Baal-perazim.
WLCוַיַּעֲל֥וּ בְּבַֽעַל־פְּרָצִים֮ וַיַּכֵּ֣ם שָׁ֣ם דָּוִיד֒ וַיֹּ֣אמֶר דָּוִ֔יד פָּרַ֨ץ הָֽאֱלֹהִ֧ים אֶת־אֹויְבַ֛י בְּיָדִ֖י כְּפֶ֣רֶץ מָ֑יִם עַל־כֵּ֗ן קָֽרְא֛וּ שֵֽׁם־הַמָּקֹ֥ום הַה֖וּא בַּ֥עַל פְּרָצִֽים׃
Trans.wayya‘ălû bəḇa‘al-pərāṣîm wayyakēm šām dāwîḏ wayyō’mer dāwîḏ pāraṣ hā’ĕlōhîm ’eṯ-’wōyəḇay bəyāḏî kəfereṣ māyim ‘al-kēn qārə’û šēm-hammāqwōm hahû’ ba‘al pərāṣîm:

Algemeen

Zie ook: Baal-Perazim, David (koning), Hand (lichaamsdeel)
2 Samuel 5:20

Aantekeningen

Toen zij nu optogen naar Baal-perazim, zo sloeg hen David daar; en David zeide: God heeft mijn vijanden door mijn hand gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemden zij den naam derzelver plaats Baal-perazim.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּעֲל֥וּ

Toen zij nu optogen

בְּ

-

בַֽעַל־

-

פְּרָצִים֮

naar Baäl-Perázim

וַ

-

יַּכֵּ֣ם

zo sloeg

שָׁ֣ם

daar

דָּוִיד֒

hen David

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

zeide

דָּוִ֔יד

en David

פָּרַ֨ץ

gescheurd

הָֽ

-

אֱלֹהִ֧ים

God

אֶת־

-

אוֹיְבַ֛י

heeft mijn vijanden

בְּ

-

יָדִ֖י

door mijn hand

כְּ

-

פֶ֣רֶץ

als een scheur

מָ֑יִם

der wateren

עַל־

daarom

כֵּ֗ן

-

קָֽרְא֛וּ

noemden zij

שֵֽׁם־

den naam

הַ

-

מָּק֥וֹם

plaats

הַ

-

ה֖וּא

derzelver

בַּ֥עַל

-

פְּרָצִֽים

Baäl-Perázim


Toen zij nu optogen naar Baal-perazim, zo sloeg hen David daar; en David zeide: God heeft mijn vijanden door mijn hand gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemden zij den naam derzelver plaats Baal-perazim.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!