1 Samuel 14:41

SVSaul nu sprak tot den HEERE, den God Israels: Toon den onschuldige. Toen werd Jonathan en Saul geraakt, en het volk ging [vrij] uit.
WLCוַיֹּ֣אמֶר שָׁא֗וּל אֶל־יְהוָ֛ה אֱלֹהֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל הָ֣בָה תָמִ֑ים וַיִּלָּכֵ֧ד יֹונָתָ֛ן וְשָׁא֖וּל וְהָעָ֥ם יָצָֽאוּ׃
Trans.wayyō’mer šā’ûl ’el-JHWH ’ĕlōhê yiśərā’ēl hāḇâ ṯāmîm wayyillāḵēḏ ywōnāṯān wəšā’ûl wəhā‘ām yāṣā’û:

Algemeen

Zie ook: Jonathan (zn. van Saul), Lot werpen, Saul (koning), Urim en Thummim

Aantekeningen

Saul nu sprak tot den HEERE, den God Israëls: Toon den onschuldige. Toen werd Jonathan en Saul geraakt, en het volk ging [vrij] uit.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

nu

יֹּ֣אמֶר

sprak

שָׁא֗וּל

Saul

אֶל־

tot

יְהוָ֛ה

den HEERE

אֱלֹהֵ֥י

den God

יִשְׂרָאֵ֖ל

Israëls

הָ֣בָה

Toon

תָמִ֑ים

den onschuldige

וַ

Toen

יִּלָּכֵ֧ד

werd geraakt

יוֹנָתָ֛ן

Jónathan

וְ

en

שָׁא֖וּל

Saul

וְ

en

הָ

het

עָ֥ם

volk

יָצָֽאוּ

ging uit


Saul nu sprak tot den HEERE, den God Israëls: Toon den onschuldige. Toen werd Jonathan en Saul geraakt, en het volk ging [vrij] uit.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!