SV | Toen zeide David tot Saul: Uw knecht weidde de schapen zijns vaders, en er kwam een leeuw en een beer, en nam een schaap van de kudde weg. |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר דָּוִד֙ אֶל־שָׁא֔וּל רֹעֶ֨ה הָיָ֧ה עַבְדְּךָ֛ לְאָבִ֖יו בַּצֹּ֑אן וּבָ֤א הָֽאֲרִי֙ וְאֶת־הַדֹּ֔וב וְנָשָׂ֥א שֶׂ֖ה מֵהָעֵֽדֶר׃ |
Trans. | wayyō’mer dāwiḏ ’el-šā’ûl rō‘eh hāyâ ‘aḇədəḵā lə’āḇîw baṣṣō’n ûḇā’ hā’ărî wə’eṯ-hadwōḇ wənāśā’ śeh mēhā‘ēḏer: |
Toen zeide David tot Saul: Uw knecht weidde de schapen zijns vaders, en er kwam een leeuw en een beer, en nam een schaap van de kudde weg.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide David tot Saul: Uw knecht weidde de schapen zijns vaders, en er kwam een leeuw en een beer, en nam een schaap van de kudde weg.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!