SV | En David sloeg dat land, en liet noch man noch vrouw leven; ook nam hij de schapen en runderen, en de ezelen, en kemels, en klederen, en keerde weder en kwam tot Achis. |
WLC | וְהִכָּ֤ה דָוִד֙ אֶת־הָאָ֔רֶץ וְלֹ֥א יְחַיֶּ֖ה אִ֣ישׁ וְאִשָּׁ֑ה וְלָקַח֩ צֹ֨אן וּבָקָ֜ר וַחֲמֹרִ֤ים וּגְמַלִּים֙ וּבְגָדִ֔ים וַיָּ֖שָׁב וַיָּבֹ֥א אֶל־אָכִֽישׁ׃ |
Trans. | wəhikâ ḏāwiḏ ’eṯ-hā’āreṣ wəlō’ yəḥayyeh ’îš wə’iššâ wəlāqaḥ ṣō’n ûḇāqār waḥămōrîm ûḡəmallîm ûḇəḡāḏîm wayyāšāḇ wayyāḇō’ ’el-’āḵîš: |
En David sloeg dat land, en liet noch man noch vrouw leven; ook nam hij de schapen en runderen, en de ezelen, en kemels, en klederen, en keerde weder en kwam tot Achis.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En David sloeg dat land, en liet noch man noch vrouw leven; ook nam hij de schapen en runderen, en de ezelen, en kemels, en klederen, en keerde weder en kwam tot Achis.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!