Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | En met de wederkomst des jaars zond de koning Nebukadnezar henen, en liet hem naar Babel halen, met de kostelijke vaten van het huis des HEEREN; en hij maakte zijn broeder Zedekia koning over Juda en Jeruzalem. |
WLC | וְלִתְשׁוּבַ֣ת הַשָּׁנָ֗ה שָׁלַח֙ הַמֶּ֣לֶךְ נְבֽוּכַדְנֶאצַּ֔ר וַיְבִאֵ֣הוּ בָבֶ֔לָה עִם־כְּלֵ֖י חֶמְדַּ֣ת בֵּית־יְהוָ֑ה וַיַּמְלֵךְ֙ אֶת־צִדְקִיָּ֣הוּ אָחִ֔יו עַל־יְהוּדָ֖ה וִֽירוּשָׁלִָֽם׃ פ
|
Trans. | wəliṯəšûḇaṯ haššānâ šālaḥ hammeleḵə nəḇûḵaḏəne’ṣṣar wayəḇi’ēhû ḇāḇelâ ‘im-kəlê ḥemədaṯ bêṯ-JHWH wayyaməlēḵə ’eṯ-ṣiḏəqîyâû ’āḥîw ‘al-yəhûḏâ wîrûšālāim: |
Algemeen
Zie ook: Babel, Jeruzalem, Nebukadnezar, Zedekia, Zidkia
2 Koningen 24:10, 2 Koningen 24:17, Jeremia 37:1, Ezechiel 40:1, Daniel 1:1
Aantekeningen
En met de wederkomst des jaars zond de koning Nebukadnezar henen, en liet hem naar Babel halen, met de kostelijke vaten van het huis des HEEREN; en hij maakte zijn broeder Zedekia koning over Juda en Jeruzalem.
- En met de wederkomst des jaars, dit is in overeenstemming met wat we in de Babylonische Kronieken lezen: "Year 7: in Kislev the king of Babylonia BCE called out his army and marched to Hattu. He set his camp against the city of Judah [Ya-a-hu-du] and on 2nd Adar he took the city and captured the king. He appointed a king of his choosing there, took heavy tribute and returned to Babylon." (Chronicle BM 21946. Zie A. Millard, “The Babylonian Chronicle (1.137),” in W. W. Hallo (ed.), COS 1. Canonical Compositions from the Biblical World (Leiden: Brill, 2003), p. 467) Hierbij correspondeert de maand Adar in de Babylonische kroniek met deze Hebreeuwse passage, want als het jaar begon in Nisan, dan is Adar de laatste maand van het vorige jaar.
- Als we deze passage koppelen met Ezech. 40:1 "in het begin des jaars, op den tienden der maand", dan is de waarschijnlijke datum van de deportatie van Jojachin op de 10de Nisan (22 Apr 597 v.C.; E. R. Thiele, “The Chronology of the Kings of Judah and Israel,” JNES 3 (1944), pp. 137–186 (182); J. Finegan, Handbook of Biblical Chronology: Principles of Time Reckoning in the Ancient World and Problems of Chronology in the Bible (2nd ed., Peabody, Mass.: Hendrickson, 1998), p. 257)
- Nebukadnezar, Nebukadnezar II (Babylonisch mdNabû-kudurrī-ú-ṣu-ur of mdNabû-kudurrī-úṣur), koning van het Nieuw Babylonische Rijk (605-562 v.C.).
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En met de wederkomst des jaars zond de koning Nebukadnezar henen, en liet hem naar Babel halen, met de kostelijke vaten van het huis des HEEREN; en hij maakte zijn broeder Zedekia koning over Juda en Jeruzalem.
- וְלִתְשׁוּבַ֣ת הַשָּׁנָ֗ה Lett. "Bij de terugkeer van het jaar" ie. "Bij het begin van het nieuwe jaar"; Volgens Morgenstern is het een astronomische term die de equinox aanduidt (welke in de lente en de herfst is), waarbij de Babylonische kalender met de lente equinox begint, ie. de maand Nisan (J. Morgenstern, “Additional Notes on ‘The Three Calendars of Ancient Israel’,” HUCA 3 (1926), 77–107 (78 )); Volgens Anderson en anderen verwijst de term naar de periode tussen de zware winterregens en de eerste oogst (ie. de lente) en de geschikte tijd om militaire expedities uit te rusten (A. A. Anderson, 2 Samuel (WBC, 11; Dallas: Word, 1989), 152. Cf. R. P. Gordon, 1 & 2 Samuel: A Commentary (Grand Rapids: Zondervan, 1986), 252; D. J. A. Clines, On the Way to the Postmodern: Old Testament Essays 1967–1998, vol. 1 (JSOTSup, 292; Sheffield: Sheffield Academic Press, 1998), 371–382; J. A. Wagenaar, “Post - exilic Calendar Innovations: The First Month of the Year and the Date of Passover and the Festival of Unleavened Bread,” ZAW 115 (2003), 3–24).
- חֶמְדָּה H2532 "wat men begeert, iets kostbaars" (Gen. 27:15; 1 Sam. 9:20; 2 Kron. 21:20; 32:27; 36:10; Ezra 8:27; Ps. 106:24; Jes. 2:16; Jer. 3:19; 12:10; 25:34; Ezech. 26:12; Dan. 11:8, 37; Hos. 13:15; Nah. 2:9; Hag. 2:8; Zach. 7:14 †);
- אֶת־צִדְקִיָּ֣הוּ אָחִ֔יו lett. "zijn broer Zedekia", echter in de 2 Kon. 24:17 staat vermeld dat het zijn oom was, אֶת־ wordt dan ook door veel commentatoren opgevat in de minder specifieke opvatting van "verwant, familielid".
____
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!