SV | Toen toog Abner, de zoon van Ner, uit, met de knechten van Isboseth, den zoon van Saul, van Mahanaim naar Gibeon. |
WLC | וַיֵּצֵא֙ אַבְנֵ֣ר בֶּן־נֵ֔ר וְעַבְדֵ֖י אִֽישׁ־בֹּ֣שֶׁת בֶּן־שָׁא֑וּל מִֽמַּחֲנַ֖יִם גִּבְעֹֽונָה׃ |
Trans. | wayyēṣē’ ’aḇənēr ben-nēr wə‘aḇəḏê ’îš-bōšeṯ ben-šā’ûl mimmaḥănayim giḇə‘wōnâ: |
Toen toog Abner, de zoon van Ner, uit, met de knechten van Isboseth, den zoon van Saul, van Mahanaim naar Gibeon.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Toen toog Abner, de zoon van Ner, uit, met de knechten van Isboseth, den zoon van Saul, van Mahanaim naar Gibeon.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!