2 Samuel 5:23

SVEn David vraagde den HEERE, Dewelke zeide: Gij zult niet optrekken; [maar] trek om tot achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen;
WLCוַיִּשְׁאַ֤ל דָּוִד֙ בַּֽיהוָ֔ה וַיֹּ֖אמֶר לֹ֣א תַעֲלֶ֑ה הָסֵב֙ אֶל־אַ֣חֲרֵיהֶ֔ם וּבָ֥אתָ לָהֶ֖ם מִמּ֥וּל בְּכָאִֽים׃
Trans.wayyišə’al dāwiḏ baJHWH wayyō’mer lō’ ṯa‘ăleh hāsēḇ ’el-’aḥărêhem ûḇā’ṯā lâem mimmûl bəḵā’îm:

Algemeen

Zie ook: David (koning), Mastiekboom, Moerbeiboom

Aantekeningen

En David vraagde den HEERE, Dewelke zeide: Gij zult niet optrekken; [maar] trek om tot achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּשְׁאַ֤ל

vraagde

דָּוִד֙

En David

בַּֽ

den HEERE

יהוָ֔ה

-

וַ

-

יֹּ֖אמֶר

Dewelke zeide

לֹ֣א

Gij zult niet

תַעֲלֶ֑ה

optrekken

הָסֵב֙

trek om

אֶל־

tot

אַ֣חֲרֵיהֶ֔ם

achter

וּ

-

בָ֥אתָ

hen, dat gij aan hen komt

לָ

-

הֶ֖ם

-

מִ

-

מּ֥וּל

tegenover

בְּכָאִֽים

de moerbeziënbomen


En David vraagde den HEERE, Dewelke zeide: Gij zult niet optrekken; [maar] trek om tot achter hen, dat gij aan hen komt van tegenover de moerbezienbomen;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!