Aantekeningen bij de Bijbel: Jeremia 32:35

Jeremia 32:35

SV	En zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, die in het dal des zoons van Hinnom zijn, om hun zonen en hun dochteren den Molech door [het vuur] te laten gaan; hetwelk Ik hun niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen, dat zij dezen gruwel zouden doen; opdat zij Juda mochten doen zondigen.
WLC	וַיִּבְנוּ֩ אֶת־בָּמֹ֨ות הַבַּ֜עַל אֲשֶׁ֣ר ׀ בְּגֵ֣יא בֶן־הִנֹּ֗ם לְ֠הַעֲבִיר אֶת־בְּנֵיהֶ֣ם וְאֶת־בְּנֹותֵיהֶם֮ לַמֹּלֶךְ֒ אֲשֶׁ֣ר לֹֽא־צִוִּיתִ֗ים וְלֹ֤א עָֽלְתָה֙ עַל־לִבִּ֔י לַעֲשֹׂ֖ות הַתֹּועֵבָ֣ה הַזֹּ֑את לְמַ֖עַן [הַחֲטִי כ] (הַחֲטִ֥יא ק) אֶת־יְהוּדָֽה׃ ס
Trans.	wayyiḇənû ’eṯ-bāmwōṯ hab^a‘al ’ăšer bəḡê’ ḇen-hinnōm ləh^a‘ăḇîr ’eṯ-bənêhem wə’eṯ-bənwōṯêhem lammōleḵə ’ăšer lō’-ṣiûîṯîm wəlō’ ‘āləṯâ ‘al-libî l^a‘ăśwōṯ hatwō‘ēḇâ hazzō’ṯ ləm^a‘an h^aḥăṭî h^aḥăṭî’ ’eṯ-yəhûḏâ:

Algemeen

Zie ook: Baal, Hart (lichaamsdeel), Hinnom, Moloch, Offerhoogten, Qere en Ketiv, Zonde

Aantekeningen

En zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, die in het dal des zoons van Hinnom zijn, om hun zonen en hun dochteren den Molech door [het vuur] te laten gaan; hetwelk Ik hun niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen, dat zij dezen gruwel zouden doen; opdat zij Juda mochten doen zondigen.

Baal, de naam of titel van een afgod. Baal werd aanbeden door oa. de Kanaänieten, de Feniciërs, de Arameeërs en de Carthagers. De letterlijke betekenis is 'heer' en wordt daarom regelmatig gevolgd door een eigennaam.
dal des zoons van Hinnom, Het dal van Hinnom, een dal in de buurt van Jeruzalem waar kinderen werden geofferd aan de afgod Moloch (cf. 2 Kon. 23:10).
De god Moloch werd in de Kanaänitische wereld waarschijnlijk geïdentificeerd met Malik. De verering van deze god was wijdverbreid in de Mesopotamische wereld en was daar verbonden met de aarde en de dodencultus.