Aantekeningen bij de Bijbel: Psalm 95:1

Psalm 95:1

SV	Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.
WLC	לְ֭כוּ נְרַנְּנָ֣ה לַיהוָ֑ה נָ֝רִ֗יעָה לְצ֣וּר יִשְׁעֵֽנוּ׃
Trans.	ləḵû nərannənâ laJHWH nārî‘â ləṣûr yišə‘ēnû:

Algemeen

Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.

den Rotssteen, de rots wordt vaak als een vluchtplaats beschouwd, de plek waar men bescherming vindt (Ex. 33:21-22; Ps. 27:5; 61:3; Jes. 2:19, 21). Om die reden wordt God vaak de Rotssteen genoemd (Deut. 32:4, 15, 18, 30; 1 Sam. 2:2; 2 Sam. 22:3, 32, 47; 23:3; Ps. 18:3, 32, 47; 19:15; 28:1; 31:3; 62:3, 7-8; 71:3; 73:26; 78:35; 89:27; 92:16; 94:22; 95:1; 144:1; Jes. 17:10; 26:4; 30:29; 44:8; Hab. 1:12), terwijl de afgoden dat niet zijn (Deut. 32:31, 37).

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.

לְ֭כוּ

נְרַנְּנָ֣ה

vrolijk zingen

לַ

יהוָ֑ה

laat ons den HEERE

נָ֝רִ֗יעָה

laat ons juichen

לְ

צ֣וּר

den Rotssteen

יִשְׁעֵֽנוּ

onzes heils

Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.

____

Afwijkende versnummering: hoofdstuk/vers MT 95:1 ║ LXX 94:1 ║
Als aaneensluitend bij de vorige psalm Kennicott^{30 36 37 74 93 97 133} ║
omissie MT Tg^Pss Vg^Neo ║ Αἶνος ᾠδῆς τῷ Δαυιδ LXX ABP Laus Cantici ipsi David Vg ║
לְ֭כוּ MT ║ omissie Kennicott¹³³ ║
לַיהוָה MT τῷ κυρίῳ LXX ABP Domino Vg יְיָ Tg^Pss ║
נָ֝רִ֗יעָה MT ║ dittografie Kennicott³⁹ ║ נריע Kennicott^{17 76 89 92 216 252} ║
לְצ֣וּר MT ║ τῷ θεῷ LXX ABP Deo Vg ║ תַּקִיף Tg^Pss ║
יִשְׁעֵֽנוּ MT ║ ישעינו Kennicott^{1 17 37 38 39 40 43 73 74 80 83 97 117 131 133 137 142 150 155 160 216 220 245 601} ║

____

Aan het begin van de zin is er een inspringing in MT^Ginsburg.
Na לַיהוָ֑ה is er een nieuwe regel in MT^Ginsburg, in andere manuscripten een lege ruimte.
Na het einde van de zin is er een nieuwe regel in MT^Ginsburg.

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!