G85 ἀδημονέω
verontrust, beangst, bezorgd zijn

Bijbelteksten

Mattheus 26:37En met Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, begon Hij droevig en zeer beangst te worden.
Markus 14:33En Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst te worden;
Filippenzen 2:26Dewijl hij zeer begerig was naar u allen, en zeer beangst was, omdat gij gehoord hadt, dat hij krank was.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen