1 Timotheus 1:9 | En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers, |
1 Timotheus 4:7 | Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid. |
1 Timotheus 6:20 | O Timotheus, bewaar het pand [u] toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap; |
2 Timotheus 2:16 | Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdel-roepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen. |
Hebreeen 12:16 | Dat niet iemand zij een hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf. |